T2B hoofdstuk 4 grammatica woordsoorten

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Extra uitleg

• Check altijd je huiswerk bij Nederlands, ook al is er geen  online les
• Als er een LessonUp of een PPT klaarstaat - altijd maken - vervanging van de onlineles! 
• Niet gevolgd om 16.20 uur = absent voor die les
• Huiswerk voor de volgende les maken. Online hw niet gemaakt, wordt ook genoteerd!

Wat hebben we tot nu toe gedaan?

• LessonUp - Woordenschat
• LessonUp - Grammatica Zinsdelen

• Heb je het nog niet gemaakt?
• Ga naar LessonUp en maak het alsnog!

Herhaling grammatica zinsdelen

• Beantwoord de vragen zo goed                                                 mogelijk
• De scores na die tijd bepalen of                                                             jij het snapt

Wat geeft antwoord op de vraag:
wie/wat + gez + o

1. persoonsvorm
2. lijdend voorwerp
3. meewerkend voorwerp
4. bijwoordelijke bepaling

Bij dit zinsdeel kun je 'aan' of 'voor' erbij zetten of weglaten

1. onderwerp
2. lijdend voorwerp
3. meewerkend voorwerp
4. bijwoordelijke bepaling

Alle zinsdelen die overblijven, nadat je het meewerkend voorwerp hebt benoemd, noem je

1. lijdend voorwerp
2. werkwoordelijk gezegde
3. bijwoordelijke bepaling
4. onderwerp

Op welke vragen geeft de bijwoordelijke bepaling antwoord?

1. wat, waarvandaan
2. wie, hoe
3. waarom, waarover
4. waarheen, waarom

Je moet een zin in zinsdelen (stukken) verdelen.
Welke zinsdeel heb je daarbij nodig?

1. onderwerp
2. lijdend voorwerp
3. bijwoordelijke bepaling
4. persoonsvorm

Ontleden van de zin

Op woensdag  heeft Jan een boek gegeven aan zijn oma.

• pv
• zinsdelen
• wg
• o
• lv
• mv

Bijwoordelijke bepaling

Op woensdag  | heeft | Jan | een boek | gegeven | aan zijn oma.

                                    pv         o             lv                  wg                   mv

• Welk deel hielden we over? 
• BWB

Bijwoordelijke bepaling

• Alles wat je overhoudt als je de zin helemaal hebt ontleed.
• 
  
• Geeft antwoord op de vragen:
• Waar, waarheen, waarover, waarom, waardoor 
• waarvandaan, wanneer, hoe

Voor mijn oma heeft mijn zus allerlei boeken van internet gedownload.

• pv
• zinsdelen
• wg
• o
• lv
• mv
• bwb

Mijn broertje heeft in de vakantie een nieuwe trui gekocht.
Wat is de bwb?

Grammatica woordsoorten

• Voorzetsels
• Kast
• Feest

Splitsbaar werkwoord en voorzetsel

• overnemen - neemt OVER
• uitslapen - slaap UIT

  GEEN voorzetsels - lijken er wel op!

Grammatica zinsdelen en woordsoorten

• Als het nodig is: vraag via Teams om extra oefenstof.
• Dinsdag krijg je een online toets over deze lesstof.
• Zorg ervoor dat je de lesstof goed kent en kunt toepassen!

Nu maken - einde les af!

• Nieuw Nederlands Online
• Hoofdstuk 4
• Woordsoorten - test
• Woordsoorten - extra
• Woordsoorten - intypen -> voorzetsel 1 en voorzetsel 2