9.3Formules met letters

Welkom bij wiskunde!
Ga in het groepje zitten zoals hier onder staat:
1 / 11
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom bij wiskunde!
Ga in het groepje zitten zoals hier onder staat:

Slide 1 - Slide

Vandaag
- Exit card.
- Huiswerk.
- Formule met letters.
- Zelfstandig werken.
- Afsluiten.

Slide 2 - Slide

Exit card
Niet zo goed gemaakt. 

Wel belangrijk, want toetsstof!

We bespreken het klassikaal deze keer.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

3.7 Letters in formules
Bij het huren van een spelcomputer hoort de woordformule: 
huurprijs = 15 + 5 ∙ aantal dagen.

Dit kan korter! Vervang het 'aantal dagen' door een letter 'd'

huurprijs = 15 + 5 ∙ d 
Voorbeeld:
3.7 Formules met letters zijn kortere woordformules.
huurprijs = 15 + 5 ∙ d  en huurprijs = 15 + 5d zijn 

formules met letters.
De punt tussen 5 en d laten we weg!
Dat mag want 5 is een cijfer en d is een letter.
1
2
3

Slide 5 - Slide

Voorbeeld:  ik huur een spelcomputer. De kosten die ik moet betalen zijn te berekenen met de formule:

                                          kosten = 10 + 5d

Hoeveel moet ik betalen als ik de spelcomputer 2 dagen huur?

Slide 6 - Slide

huurprijs = 15 + 5d

Hoeveel moet ik betalen voor 3 dagen?
A
20
B
10
C
30
D
25

Slide 7 - Quiz

Ander voorbeeld:  Elaine bezorgt pizza's. Het bedrag dat ze verdient is te berekenen met de formule:

                                          bedrag = 4 + 2a
a = aantal pizza's.
 Hoeveel verdient ze als ze 10 pizza's bezorgt?

Slide 8 - Slide

Hoeveel verdient Elaine als ze 15 pizza's bezorgt?

bedrag = 4 + 2a
A
30
B
35
C
40
D
34

Slide 9 - Quiz

Instructievideo letters in formules

Slide 10 - Slide

Zelfstandig werken
Maken van 3.7:
opg 74, 75 op blz. 159 in de klas.

Heb je die al af? 
Begin dan alvast aan de diagnostische toets:
opg. 9, 12, 19 op blz. 167 en verder.
Dit is huiswerk voor maandag!


timer
5:00
Je hebt nog ...... om te werken.

Slide 11 - Slide