a je – persoonlijk voornaamwoord
jezelf – wederkerend voornaamwoord
b zijn – bezittelijk voornaamwoord
hetgeen – betrekkelijk voornaamwoord
sommige – onbepaald voornaamwoord
c menig – onbepaald voornaamwoord
zijn – bezittelijk voornaamwoord
d Niets – onbepaald voornaamwoord
dat – betrekkelijk voornaamwoord
je – persoonlijk voornaamwoord
mij – persoonlijk voornaamwoord
andere – onbepaald voornaamwoord