Vraag- en antwoordstrategieën

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 1

Vraag- en antwoordstrategieën

TH1I/G, 1/2 februari 2023

Lesdoelen

Na deze les...

• hebben we (samen) gelezen in een boek 
• kun je de inleiding, het middenstuk en het slot van een tekst herkennen
• weet je hoe je het beantwoorden van vragen bij een tekst kunt aanpakken

Tijd om (voor) te lezen...

Je krijgt als PW Nederlands een tekst met vragen. Hoe ga jij te werk bij het maken van deze toets?

Tips voor de leestoets

Bekijk eerst de toets: hoe lang is de tekst, wat is de bron, hoeveel vragen zitten erbij en zijn dit open of meerkeuzevragen? 

Lees eerst de hele tekst. Begin dan pas aan de vragen. 

Hoe beantwoord je een toetsvraag bij een tekst?

1. Lees de vraag goed 
2. Onderstreep de belangrijkste delen van de vraag.
   
3. Bepaal welke leesstrategie je moet gebruiken voor deze vraag
4. Gebruik (een gedeelte van) de vraag in je antwoord
   
5. Antwoord in hele zinnen en begin met een hoofdletter en eindig met een punt
   
6. Controleer of je antwoord daadwerkelijk ingaat op de vraag. 
7. Controleer of het antwoord echt in de tekst staat of daar zo dicht mogelijk bij blijft
   
8. Controleer op spelling, zinsopbouw en formulering

Tekst 5 (blz 95)

Lees voor jezelf en in stilte Tekst 5 (blz)

Noteer in je schrift alle woorden uit de tekst die je niet kent of waarvan je niet weet hoe je ze zelf in een zin zou kunnen gebruiken. 

Klaar? Begin alvast met opdracht 5 bij deze tekst 
(blz 94) 

Welke moeilijke woorden heb je opgeschreven?

Op welke manier maak je in de inleiding kennis met het onderwerp?

Uit welke woorden van alinea 1 en 2 blijkt het enthousiasme van de schrijver om over het onderwerp van de tekst te schrijven?

Leg uit dat een dunbevolkte streek met een lekker klimaat juist zo geschikt is om naar sterren te kijken

Welke hulpmiddelen kun je goed gebruiken om de sterrenhemel te bekijken?

De titel is een woordspeling (=woord met een dubbele betekenis). Leg de dubbele betekenis van de titel uit.

Wat is het doel van de schrijver? Hij wil je...

1. informeren
2. overtuigen
3. activeren om iets te doen

Leg uit waarom deze tekst beter past in de krant van jullie dan van januari

De antwoorden die ik geef zijn correct en uitgebreid genoeg

Helemaal mee eens

Mee eens

Mee oneens

Helemaal mee oneens

Wat kun jij op een leesvaardigheidstoets anders aanpakken?

Lesafsluiting

Huiswerk = nakijken opdracht 4 (via Classroom). Neem het stappenplan mee en kijk je opdracht serieus (en streng) na. 

Volgende les: oefenen met een 'echte tekst'