Les 1 coachen

Coaching
1 / 18
next
Slide 1: Slide
CoachingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Coaching

Slide 1 - Slide

Les doelen
Na deze les kun jij:
  1. SMART uitleggen en toepassen;
  2. Je eigen SMART doel voor dit leerjaar opstellen;

Slide 2 - Slide

Leerdoelen!
Waar stonden de letters S.M.A.R.T. ook alweer voor?

Slide 3 - Open question

SMART
S = Specifiek​

M = Meetbaar​
A = Acceptabel​
R = Realistisch​
T = Tijdgebonden​



Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

S: Specifiek​
  • Omschrijf het doel duidelijk en concreet​
  • Het moet een waarneembare actie, gedrag of resultaat beschrijven​
  • Het geeft dus aan wat je wilt bereiken​


Door een doelstelling SMART te formuleren is de kans groter dat er in de praktijk iets van terecht komt​

Wie - Wat - Waar - Wanneer - Waarom



Slide 6 - Slide

Voorbeeld​
Voorbeeld (fout):​
Ik kan goed feedback geven ​
(goed feedback geven is niet specifiek genoeg)​

Voorbeeld (goed):​
Ik kan, tijdens stageperiode 1, feedback geven aan mijn collega’s volgens de 3 fasen van feedback geven (feedback geven volgens de 3 fasen is specifiek)​









Slide 7 - Slide

M: Meetbaar​
  • ​Je moet een doel kunnen meten
  • Een doel dat je niet kunt toetsen, is niet goed geformuleerd​
  • De meetbaarheid maakt het geheel overzichtelijk en kan ervoor zorgen dat er een resultaat zichtbaar is​

Getal - Hoeveelheid - Norm - Procedure - Gedrag beschrijving










Slide 8 - Slide

Voorbeeld​
Voorbeeld (fout):​
Ik kan een goede planning maken​
(een goede planning is een niet-meetbaar begrip)​

Voorbeeld (goed):​
Ik kan binnen 5 dagen een planning maken waarin duidelijk de acties per week staan omschreven (binnen 5 dagen en acties per week is meetbaar)









Slide 9 - Slide

A: Acceptabel ​
  • Is het doel ook werkelijk haalbaar (tijd, middelen) ​
  • Is het doel passend bij wat je moet leren?​
  • Ben je gemotiveerd om je doel te bereiken? (anders wordt het doel niet gehaald)​
  • Het doel moet geformuleerd worden vanuit jouw zelf en aansluiten bij jouw probleem​

​​Haalbaar - Draagvlak - Actiegericht - Positief










Slide 10 - Slide

Voorbeeld​
Voorbeeld (fout):​
Ik kan de cliënt een injectie in de spier geven​
(een injectie geven is niet acceptabel, dit past niet bij wat je moet leren)

Voorbeeld (goed):​
Ik kan, tijdens stageperiode 1, de verpleegkundige assisteren tijdens het geven van een injectie in de spier van de cliënt (assisteren past bij wat je moet leren)​









Slide 11 - Slide

   R: Realistisch​
  • De leerdoelen moeten gebaseerd zijn op de realiteit, het moet haalbaar zijn​
  • Een doel wat niet haalbaar is voor jezelf is geen goed geformuleerd doel​

Voldoende uitdaging​ - Haalbaar​ - Inspanning niet te hoog of te laag​ -Inspanning in relatie met resultaat​









Slide 12 - Slide

Voorbeeld​
Voorbeeld (fout):​
Ik kan, tijdens de stage periode 1, binnen 5 dagen een volledig begeleidingsplan over een cliënt invullen​

Voorbeeld (goed):​
Ik kan, tijdens de stage periode 1, binnen 5 dagen uitleggen wat de verschillende delen van het begeleidingsplan inhouden, aan mijn BPV-begeleider​.









Slide 13 - Slide

T: Tijdgebonden​
  • Een SMART-doelstelling heeft een duidelijke startdatum en einddatum
​- Wanneer beginnen we met de activiteiten? ​

- Wanneer zijn we klaar? ​
- Wanneer is het doel bereikt?​

​Peildatum​ - Eindmeting









Slide 14 - Slide

Voorbeeld​
Voorbeeld (fout):​
Ik kan een activiteit organiseren (er wordt geen antwoord gegeven op: wanneer?)​

Voorbeeld (goed):​
Ik kan, in stage periode 1, een activiteit organiseren voor de cliënten op woning 1 (in de stage periode 1 = tijdsgebonden)









Slide 15 - Slide

Zelf aan de slag
Stel je eigen leerdoel op voor dit schooljaar.
timer
15:00

Slide 16 - Slide

Les doelen
Leg uit wat SMART betekend.

Slide 17 - Slide

Einde les

Slide 18 - Slide