This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Workshop taalgericht economieonderwijs
Vechtstede College 10 januari 2024
Mariska Bout
Slide 1 - Slide
Wat kunnen jullie je nog herinneren van de workshop van vorig jaar?
Slide 2 - Open question
Wat heb je concreet toegepast in de les?
Slide 3 - Open question
Waar zou je willen bereiken vandaag?
Slide 4 - Open question
Doel van deze workshop
Aan het eind van deze workshop kunnen jullie aan de hand van bestaande theorie en een menukaart taalvaardigheid structureel in de lessen toepassen en hebben jullie ervaring opgedaan met het ontwerpen hiervan.
Slide 5 - Slide
www.pisa-nederland.nl
Slide 6 - Link
Pisa Onderzoek
Wat is jullie mening over het Pisa Onderzoek?
Slide 7 - Slide
Biesta over Pisa Onderzoek eind 2023
‘Hoera! Het seizoen voor PISA paniekvoetbal is weer geopend, met veel gelegenheid voor gemakzuchtig inkoppen. Wat me blijft verbazen is de buitensporige waarde die aan het snapshot van PISA wordt toegekend; een snapshot dat uiteraard met veel retorische kracht de wereld in wordt gezonden. En wat me zorgen baart, is de suggestie dat PISA ons inzicht zou bieden in de kwaliteit van het onderwijs. Dat is een reflex waardoor de beschuldigende vinger maar één kant op wijst, zonder de vraag te stellen wat er allemaal gebeurt in de samenleving waarin kinderen en jongeren opgroeien, en de verantwoordelijkheid die we daar gezamenlijk voor dragen. Wat dat betreft geldt nog steeds dat “school cannot compensate for society,” hoe graag we dat ook zouden willen’.’
Bron: Linkedin.
Slide 8 - Slide
Verschil DAT en CAT
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Vormgeving les
Lesdoelen, zowel taal- als vakdoelen moeten zijn bepaald.
De les moet contextrijk zijn.
Er moet interactie worden uitgelokt.
Er moet taalsteun georganiseerd worden.
Slide 12 - Slide
Lesdoelen, zowel taal- als vakdoelen moeten zijn bepaald.
Wat is de leerstof? Om welke vakinhoud gaat het?
In welke talige activiteit wil ik dat leerlingen over de vakinhoud kunnen praten/schrijven?
Om welke begrippen gaat het precies? (zowel schooltaalwoorden als vaktaalwoorden)
Wat is de relatie tussen die begrippen en hoe wordt die relatie in zinsverband vaak uitgedrukt?
Slide 13 - Slide
Lesdoelen, zowel taal- als vakdoelen moeten zijn bepaald.
Stel doelen vast in CAT.
Communiceer doelen met leerlingen.
Maak doelen zichtbaar.
Slide 14 - Slide
Voorbeeld lesdoelen "de beleggingssclub"
Zie uitgedeeld blad
Slide 15 - Slide
Vormgeving les
Lesdoelen, zowel taal- als vakdoelen moeten zijn bepaald.
De les moet contextrijk zijn.
Er moet interactie worden uitgelokt.
Er moet taalsteun georganiseerd worden.
Slide 16 - Slide
De les moet contextrijk zijn.
Achterhaal wat leerlingen al weten en welke woorden ze gebruiken.
Zorg bij onbekende onderwerpen voor een gezamenlijke context (anker)
Slide 17 - Slide
Opdracht in groepjes met wisbordjes
Slide 18 - Slide
Vormgeving les
Lesdoelen, zowel taal- als vakdoelen moeten zijn bepaald.
De les moet contextrijk zijn.
Er moet interactie worden uitgelokt.
Er moet taalsteun georganiseerd worden.
Slide 19 - Slide
Hoe ga je beoordelen?
Controleer de bestaande toets op CAT.
Voeg vragen toe op integreren en toepassing; lok daarmee CAT uit!
Denk na over andere vormen van beoordeling.
Slide 20 - Slide
Er moet interactie worden uitgelokt.
Bij de overgang van DAT naar CAT gaat het om het creëren van een omgeving, waarin leerlingen met elkaar in gesprek gaan over het onderwerp van de les, waarbij ze gebruik moeten maken van vaktaal. De verplichting om vaktaal te gebruiken kan expliciet in de instructie worden opgenomen.
Slide 21 - Slide
Er moet interactie worden uitgelokt.
Organiseer interacties, waardoor de overgang van DAT naar CAT wordt gestimuleerd.
Zorg voor (aanvullend) materiaal dat gesprekken op het snijvlak van DAT en CAT uitlokt.
Slide 22 - Slide
Opdracht verboden woord
Zie uitgedeeld blad
Slide 23 - Slide
Vormgeving les
Lesdoelen, zowel taal- als vakdoelen moeten zijn bepaald.
De les moet contextrijk zijn.
Er moet interactie worden uitgelokt.
Er moet taalsteun georganiseerd worden.
Slide 24 - Slide
Er moet taalsteun georganiseerd worden.
Dit zijn activiteiten en instrumenten die als doel hebben de taalontwikkeling van de leerling te ondersteunen in de richting van een correct en effectief gebruik van de vaktaal (CAT).
Slide 25 - Slide
Er moet taalsteun georganiseerd worden.
De docent zorgt ervoor dat hij zelf goed verstaanbaar is en tegenover leerlingen zowel DAT als CAT gebruikt. Regelmatig controleren of leerlingen het hebben begrepen hoort hier ook bij.
Een taalsteunende docent zorgt ervoor dat een leerlingen voldoende zelf aan het woord komen, speelt vragen door, helpt leerlingen als ze moeite hebben met formuleren.
Slide 26 - Slide
Er moet taalsteun georganiseerd worden.
Taalsteun houdt ook in dat de leraar denk-, lees- en schrijfprocessen hardop voordoet.
Taalsteun kan ook gegeven worden in de vorm van opdrachten, zoals een samenhangend begrippennetwerk van inhoudswoorden en verbindingswoorden.
Slide 27 - Slide
Er moet taalsteun georganiseerd worden.
Taalsteun kan ook gevonden worden in bijvoorbeeld schrijfkaders, aan criteria voor een goede mondelinge presentatie of een goed opgebouwd verslag. En pas altijd de controle toe op het correct gebruik van CAT door de leerling.
Slide 28 - Slide
Er moet taalsteun georganiseerd worden.
Plan ondersteuning op taal in, bijvoorbeeld door opdrachten en materialen.
Houd ruimte om ook tussentijds op taal te ondersteunen.
Slide 29 - Slide
Opdracht begrippen raden m.b.v. wisbordjes
Slide 30 - Slide
Opdracht woordweb
Zie uitgedeeld blad
Slide 31 - Slide
Opdracht lesontwerp
Maak in een groepje een lesontwerp voor een eerstvolgende les, waarin voorgaande handvatten terug te vinden zijn.
Zie ook de menukaart
Slide 32 - Slide
Afsluiting
Aan het eind van deze workshop kunnen jullie aan de hand van bestaande theorie en een menukaart taalvaardigheid structureel in de lessen toepassen en hebben jullie ervaring opgedaan met het ontwerpen hiervan.