Onderneming met één of meerdere eigenaren als aandeelhouder. Deze aandelen zijn niet voor iedereen te koop.
Een onderneming met één of meerdere eigenaren. Bij deze ondernemingsvorm is er geen sprake van aandelen.
Onderneming waarvan één persoon de eigenaar is én personeel in dienst kan hebben. De eigenaar is privé-aansprakelijk voor schulden.
Dit bedrijf heeft aandeelhouders. Deze aandeelhouders zijn (meestal) onbekend en veranderen dagelijks
Iemand die voor zichzelf werkt. Heeft geen personeel in dient en heeft meestal een eenmanszaak.
Streeft niet naar winst, maar wil een doel behalen.
1 / 25
next
Slide 1: Drag question
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3
This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Besloten Vennootschap
Naamloze Vennootschap
Eenmanszaak
Vennootschap onder firma
Stichting
Zelfstandige Zonder Personeel
Onderneming met één of meerdere eigenaren als aandeelhouder. Deze aandelen zijn niet voor iedereen te koop.
Een onderneming met één of meerdere eigenaren. Bij deze ondernemingsvorm is er geen sprake van aandelen.
Onderneming waarvan één persoon de eigenaar is én personeel in dienst kan hebben. De eigenaar is privé-aansprakelijk voor schulden.
Dit bedrijf heeft aandeelhouders. Deze aandeelhouders zijn (meestal) onbekend en veranderen dagelijks
Iemand die voor zichzelf werkt. Heeft geen personeel in dient en heeft meestal een eenmanszaak.
Streeft niet naar winst, maar wil een doel behalen.
Slide 1 - Drag question
Welke werkloosheid is niet tijdelijk?
A
seizoenswerkloosheid
B
structurele werkloosheid
C
regionale werkloosheid
D
frictiewerkloosheid
Slide 2 - Quiz
Welke vorm van werkloosheid krijg je wanneer bedrijven zich naar het buitenland verplaatsen?
A
regionale werkloosheid
B
conjuncturele werkloosheid
C
seizoenswerkloosheid
D
structurele werkloosheid
Slide 3 - Quiz
Wanneer je een tijdje per jaar niet kunt werken noem je deze werkloosheid ...
A
structurele werkloosheid.
B
seizoenswerkloosheid.
C
verborgen werkloosheid.
D
conjuncturele werkloosheid.
Slide 4 - Quiz
Conjuncturele werkloosheid is blijvend.
A
waar
B
niet waar
Slide 5 - Quiz
Wat betekent regionale werkloosheid?
A
Werkloosheid die niet bekend is bij UWV.
B
Dat er in een bepaald seizoen meer werkloosheid is.
C
Dat er in een bepaalde provincie meer werkloosheid is.
D
Dat er geen werk is voor bepaalde opleidingen.
Slide 6 - Quiz
Wanneer de mens wordt overgenomen door een machine is dat ... werkloosheid
A
frictie
B
structurele
C
machinale
D
conjuncturele
Slide 7 - Quiz
Wat staat er NIET in een arbeidsovereenkomst?
A
werktijden
B
loon
C
pensioen-afspraken
D
vakantiedagen
Slide 8 - Quiz
Wat is het nadeel van het hebben van een flexibele baan?
Slide 9 - Open question
Van je brutoloon betaalt je werkgever loonbelasting en
A
verzekeringspremies
B
winstbelasting
C
vermogenbelasting
Slide 10 - Quiz
Hoe heet het loon dat de werknemer ontvangt als het inkomen is verminderd met de inhoudingen?
A
brutoloon
B
totale loon
C
nettowinst
D
nettoloon
Slide 11 - Quiz
Wat doet een vakbond?
A
Komt op voor de belangen van werknemers
B
Komt op voor de belangen van werkgevers
C
Komt op voor de belangen van werknemers en onderhandelt met werkgevers over de CAO en voorwaarden.
D
Komt op voor de belangen van werkgevers en onderhandelt met werkgevers over de CAO en voorwaarden
Slide 12 - Quiz
Geef twee redenen hoe er meer werkgelegenheid kan ontstaan
Slide 13 - Open question
Bij welke ondernemingsvorm is de directeur in loondienst?
A
Eenmanszaak
B
VOF
C
CV
D
BV
Slide 14 - Quiz
Tot welke productiesector behoren deze bedrijven? Sleep ze naar de juiste sector.
Primaire sector
Secundaire sector
Tertiaire sector
Quartaire sector
Aannemersbedrijf
ING Bank
Ziggo
Mosselvisser
School voor voortgezet onderwijs
Slide 15 - Drag question
Welke van onderstaande bedrijven geeft aandelen uit?
A
NV
B
Eenmanszaak
C
CV
D
VOF
Slide 16 - Quiz
Er zijn 17,4 miljoen inwoners. 60% daarvan hoort bij de beroepsbevolking. 4,6 miljoen daarvan werkt in deeltijd. Bereken het aantal deeltijders als percentage van de beroepsbevolking.
Slide 17 - Open question
Welke ondernemingsvorm geeft aandelen uit die vrij verhandelbaar zijn?
A
NV
B
BV
C
CV
D
VOF
Slide 18 - Quiz
Je loon is ten opzichte van vorig jaar gestegen van €75 per dag naar €85 per dag. Hoeveel procent is je loon gestegen?
Slide 19 - Open question
Welke beroepen kom je tegen in de tertiaire sector?
A
kapper
B
boer
C
taxichauffeur
D
leraar
Slide 20 - Quiz
Wat hoort niet thuis in de quartaire sector?
A
ziekenhuis
B
brandweer
C
school
D
bank
Slide 21 - Quiz
Industrie is een onderdeel van de secundaire sector.
A
juist
B
onjuist
Slide 22 - Quiz
Op de arbeidsmarkt komt (1) van arbeid van de beroepsbevolking en de (2) van de werkgevers.
A
(1) de vraag
(2) de vraag
B
(1) de vraag
(2) het aanbod
C
(1) het aanbod
(2) de vraag
D
(1) Het aanbod
(2) het aanbod
Slide 23 - Quiz
Ka-Yung werkt bij een metaalbedrijf. Zijn arbeidsvoorwaarden zijn voor een groot deel geregeld in de metaal-cao.
Wie stellen een cao vast?
A
De overheid en een werkgeversorganisatie.
B
Een werkgeversorganisatie en de vakbonden.
C
Een werknemersorganisatie en de vakbonden.
D
Ka-Yung en zijn werkgever.
Slide 24 - Quiz
Er zijn verschillende soorten werkloosheid. Kies de juiste omschrijving bij de juiste soort werkloosheid
Werkloosheid die ontstaat door blijvende veranderingen.
Werkloosheid als gevolg van dalende bestedingen
Werkloosheid die in een bepaald gebied hoger is
Werkloosheid vanwege de tijd die het kost om te solliciteren
Werkloosheid omdat er maar een deel van het jaar werk is
Werklozen die zich hebben ingeschreven bij het UWV
Werklozen die zich niet hebben ingeschreven bij het UWV