GHVD 29-06

• NT2
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Vandaag is het woensdag 29 juni

Programma

• Herhalen: Eten kopen
  
• H3 Taak 3: Vragen of iemand iets wil drinken
• Grammatica: geen of niet 
• Dictee
• Taalrap 4: Wil je iets drinken? Taalrap 14: Die vis daar, wat kost die?

Wie is er aan de beurt?

Wat mag het zijn?

Anders nog iets?

Dat was het?

Kijk op blz. 69

Maak opdracht 1.

Wat kun je drinken?

Wat drink je bij het ontbijt?

Wat drink je op school?

Wat drink je bij het avondeten?

Wat drink je in een cafe?

Kijk op blz. 70

Lees de routines

Hoi Santos!

Wil je iets drinken?

Wil je koffie of thee?

Alsjeblieft, een kop je koffie.

Kijk op blz. 71.

Maak opdracht 9.

Luister nog een keer naar het gesprek van opdracht 3.

Wat weet je over 'geen' en 'niet'?

geen

Voor een substantief.

Irina wil een broodje. - Narar  wil geen broodje.

Ik eet een appel. - Ik eet geen appel.

Max drinkt koffie -  Kseniia drinkt geen koffie.

niet

In alle andere gevallen.

Vis is duur.  -  Vlees is niet duur.

Abraham houdt van koffie - Juenaly houdt niet van koffie.

AnAn vindt thee lekker. - Shuhd vindt thee niet lekker.

Jesse gaat naar de markt. - Devante gaat niet naar de markt.

Let op!

Anne wil een koekje. - Anne wil geen koekje.

Anne wil het koekje. - Anne wil het koekje niet.

Ze eet een banaan. - Ze eet geen banaan.

Ze eet de banaan op. - Ze eet de banaan niet op.

dus....

een + substantief - geen + substantief

een banaan - geen banaan

het/de + substantief - substantief + niet

de banaan - de banaan niet

Leonid vindt sperziebonen.....lekker.

1. niet
2. geen

Oleg koopt .....vlees.

1. geen
2. niet

Kaas is ..... goedkoop.

1. geen
2. niet

Ik lust ..... sperziebonen.

1. geen
2. niet

Mark eet .... vleeswaren.

1. geen
2. niet

Olga houdt ..... van gehakt.

1. geen
2. niet

Mohamed koopt ....... olijven.

1. geen
2. niet

Mohamed koopt de olijven ........

1. geen
2. niet

Ali lust .....olijven.

1. geen
2. niet

Ali lust de olijven ........

1. geen
2. niet

Angelina heeft......brood.

1. geen
2. niet

Taras is vandaag.....jarig.

1. geen
2. niet

Anastasia is........man.

1. geen
2. niet

Geef een negatief antwoord.
Woon je in Amsterdam?

Geef een negatief antwoord.
Heb je een fiets?

Geef een negatief antwoord.
Houd je van groente?

Geef een negatief antwoord.
Lees je een boek?

Geef een negatief antwoord.
Is Nederlands moeilijk?

Geef een negatief antwoord.
Kom je uit Amerika?

Geef een negatief antwoord.
Spreek je Nederlands?

Huiswerk voor donderdag.

• Online: H3 Taak 4.
• Online: H3 Oefenen 'Grammatica - de negatie'