2.8 b Spelling *

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Welkom

Ga rustig zitten.

Telefoon ligt in je kluisje.

Pak je werkboek + laptop

en zet je tas op de grond.

lesopbouw

• huiswerk bespreken
• wat weet je al? 
• doel
• uitleg 
• zelfstandig werken
  
• afsluiting

Wat weet je al?

Woorden die in het enkelvoud staan,

kan je veranderen in meervoud.

Op welke manieren kan dat?

Doel

Aan het eind van de les kunnen we woorden 

die eindigen op -ie en -ee 

op de juiste manier in het meervoud zetten

en dicteewoorden goed schrijven.

meervoud op -ie en -ee

Woorden die eindigen op -ie schrijf je in het meervoud zo:

• klemtoon laatste lettergreep:                 -ieën      therapieën
• klemtoon niet op laatste lettergeep:   -iën         bacteriën                

Woorden die eindigen op -ee

• altijd ën erachter

meervoud op -ie en -ee

Voorbeelden:

• braderie --> 
• drie --> 
• fotokopie -->
  
• calorie -->

kolonie (mv)

categorie (mv)

calorie (mv)

zelfstandig werken

werkboek Talent

blz. 160

hoofdstuk 2.8 spelling

opdracht 8 + 10 + 11

afsluiting

We hebben deze les geleerd hoe je woorden in het meervoud moet zetten als ze eindigen op -ie en -ee.

Wanneer schrijf je -ieën en -iën?