hoofdstuk 9

hoofdstuk 9
1 / 31
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 31 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

hoofdstuk 9

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vragen 
hoofdstuk 7 en 8?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Jong geleerd, oud gedaan
Sparen en lenen
Kopen of huren?
De oudedagsvoorziening

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Ruilen over de tijd
Ruilen over de tijd betekent consumptie nu vervangen door consumptie in de toekomst (of andersom).

Wat is de prijs van tijd?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Voorraad- of stroomgrootheid

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Human Capital, fysiek kapitaal, sociaal kapitaal
fysiek kapitaal = machines en gebouwen waarover bedrijven beschikken om te produceren

human capital = het personeel van een bedrijf

sociaal kapitaal = het sociale netwerk waarover iemand beschikt en dat hem kan helpen om beter te werken

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Dus...
Studeren = investeren in menselijk kapitaal / human capital (kennis en vaardigheden)
Studeren = het vergroten van jouw verdiencapaciteit (het bedrag dat jij maximaal kan verdienen)

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Enkelvoudige rente

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Samengestelde rente

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Samengestelde rente
Samengestelde rente = spaarbedrag x (1 + i) ^n
Let op: dit is rente + spaarbedrag

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wat gebeurt er met onze koopkracht van spaargeld?
- Nominale rente = Rente van de bank (wat je krijgt)  (NIC)     
- Inflatie = algemene stijging van het prijspeil  (PIC)               
- Reële rente = Nominale rente gecorrigeerd door inflatie (RIC)

     




Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Waarom is er rente?
- beloning of betaling voor de tijd
- beloning voor risico
- compensatie voor inflatie

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Kopen of huren??
Stelling:  Een huis huren is goedkoper dan je denkt!!
Of niet ??

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

woningmarkt 

Slide 16 - Slide

De markt voor huurwoningen is verdeeld in twee categorieën: Sociale huur en de Vrije sector.

In de vrije sector, huur je een huis van een andere eigenaar, dat is vaak een person of een vastgoedbeheerder.

In de Sociale sector, huur je van een woningbouwcorporatie. Dit is een bedrijf dat veel kleine en goedkope huurwoningen beheert, die bedoeld zijn voor mensen met een lager inkomen. Sommige mensen verdienen misschien niet genoeg om de huur te kunnen betalen, voor deze mensen is er een huurtoeslag. 

Huurtoeslag houdt in dat je van de overheid geld krijgt zodat je toch voor je huur kunt betalen.
Huurtoeslag
Een huurwoning kun je huren via woningcorporaties. Dit zijn stichtingen die veel huurwoningen bezitten en deze verhuren tegen lage tarieven.

Wanneer je weinig inkomen hebt, kun je via de belastingdienst ook huurtoeslag aanvragen. Hier zitten wel hele strenge regels aan.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Huis kopen....?

  • Hypothecaire lening, max 30 jaar
  • Onderpand

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Lineaire hypotheek          Annuïtaire hypotheek

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Hypotheekrente Aftrek
Over betaalde rente hoef je geen inkomstenbelasting te betalen

Groot voordeel 

Brutolasten vs Nettolasten

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Voordeel huren:
– je hoeft geen geld te lenen. 
– geen zorgen over onderhoud, dat is een taak voor de verhuurder.
– vrijheid, je kan maandelijks opzeggen. 
– mogelijkheid van huursubsidie.



Nadeel huren:
– moderniseren van de woning loont niet. Vaak moet de woning bij vertrek weer in de oorspronkelijke staat opgeleverd worden.
– weinig keuze en mogelijk lange wachttijden.
– je bouwt geen vermogen op. 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Voordeel kopen:
– met een eigen huis doe je wat je wil, jij bent de baas.
– mogelijke waardestijging. Crisis of niet, een huis is een belegging voor de lange termijn.
– je profiteert van de hypotheekrenteaftrek. 


Nadeel kopen:
– het kopen van een huis kost veel geld, zoals overdrachtsbelasting.
– je moet er een grote lening voor afsluiting (van c.a. 30jaar) 
– mogelijkheid van waardedaling. Als de markt tegenzit, kan het verkopen van een huis lang duren.
– het onderhoud is voor jou.
– je betaalt meer gemeentelijke belastingen. 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Levensloop
In je leven doorloop je verschillende fases.
Samen vormen deze levensfases 
je levensloop.


Slide 23 - Slide

This item has no instructions

3 Pijlers pensioen
Pijler 3: Zelf gespaard


Pijler 2: Bedrijfspensioen


Pijler 1: AOW uitkering

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

AOW
Algemene OuderdomsWet

Als je met pensioen gaat dan heb je recht op een AOW.

De AOW wordt betaalt uit de belastingen van de werkenden. Omslagstelsel!


Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Kapitaaldekkingsstelsel
Een pensioenfonds (bedrijfspensioen) werkt volgens het kapitaaldekkingsstelsel.

De werkenden van nu betalen premie voor hun eigen pensioenuitkering voor later.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Waardevast of welvaartsvast
Een pensioen is waardevast of welvaartsvast. 

Waardevast --> Uitkeringen die aangepast worden aan de inflatie

Welvaartsvast --> Uitkeringen die de loonontwikkeling volgen 

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Dekkingsgraad
Dekkingsgraad zegt iets over de financiële positie van een pensioenfonds.
Formule: 

Huidig vermogen 
Contantewaarde Toekomstige verplichtingen          x 100

Hoe hoger de dekkingsgraad, hoe meer financiële zekerheid.  

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Formules
Eindewaarde: (vooruit)
En = K x (1+i )ⁿ

Contante waarde: (achteruit)
Cn = E x (1+i )‾ⁿ



Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Samen maken
9.25

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

In de les maken
9.26 t/m 9.30

Slide 31 - Slide

This item has no instructions