Spelling les 3 leestekens

1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Doel

Je leert waarom het belangrijk is leestekens juist te gebruiken

Je weet wanneer je een dubbele punt of een puntkomma moet gebruiken.
Programma


Instructie leestekens

Zelfstandig leren

Slide 2 - Slide

Leestekens




Let op: het filmpje achter de QR in je modulewijzer klopt niet.


Slide 3 - Slide

Komma

Slide 4 - Slide

Hij zat op haar schoot en rustte uit.
Hij zat op haar, schoot en rustte uit.

Slide 5 - Slide

Wat staat hier?
De meester zei Pietje is een monster

Slide 6 - Slide

komma (,)
Voor een korte pauze in een zin
Voor een betere leesbaarheid
Om misverstanden te voorkomen

Slide 7 - Slide

komma (,)
1) Tussen 2 persoonsvormen of andere werkwoordsvormen die niet tot het gezegde behoren.
Als de nood het hoogst is, haal je de beste resultaten.

Slide 8 - Slide

komma (,)
1) Tussen 2 persoonsvormen of andere werkwoordsvormen die niet tot het gezegde behoren.
2) Voor een voegwoord (want, omdat, terwijl, dan, maar)
Ik heb zin in de zomer, omdat we dan 4 weken naar Frankrijk gaan.

Slide 9 - Slide

komma (,)
1) Tussen 2 persoonsvormen of andere werkwoordsvormen die niet tot het gezegde behoren.
2) Voor een voegwoord (want, omdat, terwijl, dan, maar)
3) Tussen delen van een opsomming en tussen bijvoeglijke naamwoorden
Ik heb drie grote hobby's: hardlopen, lezen en dingen ondernemen met gezin en vrienden.
Ik houd van interessante, boeiende, knap geschreven boeken.

Slide 10 - Slide

dubbele punt (:)
De patiënt redt het niet het donorhart invriezen dus

Slide 11 - Slide

dubbele punt (:)
De patiënt redt het: niet het donorhart invriezen dus!
De patiënt redt het niet: het donorhart invriezen dus!

Slide 12 - Slide

dubbele punt (:)
1) Voor een toelichting of verklaring
Vingerafdrukken worden als uniek beschouwd: zelfs verschillende vingers van dezelfde hand zijn niet gelijk.

Slide 13 - Slide

dubbele punt (:)
1) Voor een toelichting of verklaring
2) voor een opsomming
De volgende leerlingen moeten nablijven: Daniël, Demi, Anouk en Annelin.

Slide 14 - Slide

dubbele punt (:)
1) Voor een toelichting of verklaring
2) voor een opsomming
3) Voor een citaat
De docent meldde: "Maak je huiswerk en stel de juiste vragen, dan hoef je amper te leren voor de toets."

Slide 15 - Slide

Interpunctie:
karel vroeg kun je mij de kaas melk en jam geven marie

Slide 16 - Open question

Interpunctie:
Weet je riep de man je bent geen haar beter dan kees

Slide 17 - Open question

Interpunctie: De diëtiste heeft me een aantal leefregels meegegeven bakken en braden alleen in olijfolie snoep chips en gebak vermijden matig zijn met zout

Slide 18 - Open question

Zelfstandig leren
Ga zelfstandig en in stilte aan de slag met de modulewijzer

Slide 19 - Slide