HV1E's Rijk en Arm 4.1 (herhaling)

HV1E's Rijk en Arm 4.1 (herhaling)
1 / 16
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

HV1E's Rijk en Arm 4.1 (herhaling)

Slide 1 - Slide

Programma 
* Wat maakt het dat wij Aardrijkskunde leren? Wat heb je aan de kennis die je bij dit vak opdoet? 
* Herhaling begrippen 4.1: 'Welvaart'
* Bespreken opdracht 1,23 + maken 4,5,6 
* Verder met de 'Eilandopdracht'; 

Slide 2 - Slide

Wat maakt het dat we aardrijkskunde leren? (Wat heb je aan dit vak?)

Slide 3 - Mind map

Het BBP (Bruto Binnenlands Product) van Nederland is ongeveer

Hoe bereken je het BBP?
A
Het aantal inwoners gedeeld door hoeveel geld er in een jaar verdiend wordt.
B
Hoeveel geld er in een jaar verdiend wordt gedeeld door het aantal inwoners.
C
Het aantal inwoners gedeeld door de oppervlakte in vierkante meter.
D
De oppervlakte in vierkante meter gedeeld door het aantal inwoners.

Slide 4 - Quiz

in 2024 werd in Maart het totaal verdiende geld in Nederland op 1033.000.000.000 vastgesteld. In Nederland woonden toen 17.942.942 mensen. Wat was het bruto binnenlands product per hoofd van de bevolking? Denk aan het goede antwoord van de vorige vraag (tip: gebruik een online rekenmachine);

Slide 5 - Open question

Bruto Binnenlands Product
Het BBP per hoofd van de bevolking is een gemiddeld getal waarmee je kunt zien wat het gemiddelde inkomen in een land is in een jaar. Je telt al het verdiende geld bij elkaar op en je deelt dat door het aantal mensen dat in een land woont. 
In de aardrijkskunde gebruiken we dat bedrag om te kijken hoe welvarend landen zijn; Hoe rijk ze zijn dus. We vergelijken dat BBP (wat er verdient wordt per persoon) met het BBP van andere landen. 
                                                                                                          verdiend geld        :  inwoneraantal  =    BBP 
*Het BBP van Nederland was in 2024:  57.571 dollar  (1033.000.000.000 : 17.942.942 =             57.571) 
* Terwijl het BBP van Oeganda (land in Afrika) in 2024 maar: 474 dollar was. Oeganda is dus minder welvarend land dan Nederland zou je kunnen zeggen.  

Slide 6 - Slide

let op! 
Door naar het  BBP/hoofd van de bevolking te kijken hou je geen rekening met de verschillen per persoon of gezin. Je kent misschien wel mensen die meer geld verdienen dan andere mensen. Ook in Nederland zijn er gezinnen die in armoede leven. Daarom is het goed om in je achterhoofd te houden dat het BBP een gemiddeld getal is en niets zegt over de verschillen in een land zelf! 

Slide 7 - Slide

In Oeganda werken de meeste mensen als boer. Zo'n 80%. Zij verbouwen voedsel op hun akkers zodat zij hun eigen familie kunnen voorzien. Wat overblijft wordt als handelsgewas verkocht op de markt om een beetje winst te maken. De meeste mensen in Oeganda werken in de .............................. sector.


Bron: woordendaad.nl
A
secundaire
B
primaire
C
tertiaire

Slide 8 - Quiz

In Nederland werkt een groot deel van de beroepsbevolking in de dienstensector. Een klein deel is werkzaam in de industrie en een nog kleiner deel in de landbouw. Je kunt zeggen dat het overgrote deel van de Nederlanders in de ............................................ sector werkt.
A
secundaire
B
primaire
C
tertiaire

Slide 9 - Quiz

Soort beroepen per sector 
Primaire sector: landbouw, visserij 
secundaire sector: industrie (autofabriek), bouw (aanleg wegen, constructie gebouwen), ambacht (bakker)
tertiaire sector: overheidsdiensten, financiële diensten, banken 

Slide 10 - Slide

hoog inkomens-land
(centrumland) 
midden-hooginkomensland 
(semi-periferie)
laag-middeninkomensland 
(semi-periferie)
laag-inkomensland
(periferie)
1. grootste deel van de beroepsbevolking werkt in de primaire sector. Veel mensen leven rond de armoedegrens. 
2. Dit wordt ook wel het 'Westen' genoemd. Groot deel van de beroepsbevolking werkt in de tertiaire sector en heeft een comfortabel leven. 
3. De rol van dit soort landen neemt toe in de wereldeconomie. Er werken veel mensen in de secundaire sector.
4. Veel mensen werken in de secundaire sector, maar steeds meer mensen gaan in de tertiaire sector werken. 

Slide 11 - Drag question

SchoolTV filmpje
We gaan een filmpje bekijken over het buurland België dat grenst aan het Europese deel van het Koninkrijk Nederland. We gaan aan het eind van het filmpje bepalen of België een land is dat hoort bij het 'centrum', 'semi-periferie' of de 'periferie'. 
Misschien ken je het programma '3 op Reis' wel, daar lijkt dit schooltv-filmpje ook een beetje op! Ook komt het klimaat van België voorbij, misschien lijkt het je fijn om je eiland aan de kust voor België te creëren? 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Is België een centrumland, een land in de semi-periferie of een land in de periferie? Leg dit uit door te vertellen in welke sector de meeste mensen werkzaam zijn.

Slide 14 - Open question

Antwoorden vorige paragraaf
We gaan gezamenlijk de antwoorden van paragraaf 4.1 bespreken. 
hoe? ik stel iemand een vraag; je leest je antwoord op, daarna laat ik het antwoord zien op het bord. 

Slide 15 - Slide

Zelfstandig aan de slag
Wat: je gaat de opdrachten 4,5,6 afmaken;
hoe? 
klaar? 
-Je kunt verdergaan met je 'eilandopdracht' die afgelopen vrijdag is uitgelegd.  

tijd: t/m ________________________

Slide 16 - Slide