4.4 voeding

Waar vind je dit?
In de supermarkt
In de rekken van de supermarkt
Op het potje / een pot groenten
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Waar vind je dit?
In de supermarkt
In de rekken van de supermarkt
Op het potje / een pot groenten

Slide 1 - Slide

Informatie op het etiket
streepjescode
Hoe maak je het klaar?
Wat zit er in?
  • het product
  • Ingrediënten
Wat is :
  • de voedingswaarde
  • het gewicht
  • de houdbaarheid
  • het weggooi-advies

Slide 2 - Slide

Wat is een voedingsmiddel?
A
koolhydraat
B
walnoot
C
eiwit
D
mineraal

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Slide

Waarin zitten veel koolhydraten?
A
eieren
B
appels
C
sla
D
brood

Slide 5 - Quiz

1. vitamines zijn voedingsmiddelen
A
Dit is waar
B
Dit is niet waar

Slide 6 - Quiz

Druiven zijn een voorbeeld van...
A
Voedingsstoffen
B
Voedingsmiddelen

Slide 7 - Quiz

2. Het verwerken van eten in je lichaam is je:
A
spijsvertering
B
dieetproduct

Slide 8 - Quiz

Wat is een voedingsmiddel?
A
koolhydraat
B
walnoot
C
eiwit
D
mineraal

Slide 9 - Quiz

Wat blijft er over van voedsel dat niet verteerd?
A
water
B
poep
C
bloed
D
eten

Slide 10 - Quiz

Waarin zitten veel koolhydraten?
A
eieren
B
appels
C
sla
D
brood

Slide 11 - Quiz

2. Het verwerken van eten in je lichaam is je:
A
spijsvertering
B
dieetproduct

Slide 12 - Quiz

3. Kalk en ijzer zijn voorbeelden van:
A
mineralen
B
vitamines

Slide 13 - Quiz

4. Welk vet zit in dierlijke producten?
A
verzadigd vet
B
onverzadigd vet

Slide 14 - Quiz

5. Hoe kom je te weten wat er in een voedingsmiddel zit?
A
door het etiket te lezen.
B
door het bewaarvoorschrift te lezen.

Slide 15 - Quiz

6. Dit zit veel in aardappelen en brood:
A
verzadigd vet
B
koolhydraten

Slide 16 - Quiz

7. Marjolein bakt tahoe in boter.
Waar kan ze beter in bakken om minder verzadigd vet te eten?

Slide 17 - Open question

H3- taak 4-grammatica
De hoofdzin met inversie

Ik ga naar het strand
Vandaag ga ik naar het strand

https://wordwall.net/nl/resource/34756028/hoofdzin-met-en-zonder-inversie-a2

blz 106

Slide 18 - Slide

H4- taak 4- voorbereiden
We lezen samen de tekst 'Wat vertellen de etiketten?' op blz 100

Slide 19 - Slide

H4- taak 4- woorden
Bekijk de woordenlijst op blz 108.
Welke woorden zijn moeilijk of onduidelijk?


Opdracht:
Maak zinnen met de woorden van taak 4



Slide 20 - Slide

H4- taak 4- uitvoeren
Opdracht 5.1 en 5.2

Slide 21 - Slide

10. Waarvoor is de schijf van vijf?
A
om te laten zien dat er veel eten er is.
B
om ervoor te zorgen dat je alles wat je nodig hebt binnen krijgt.

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

11. Sleep de producten naar het juiste vak.

limonade11

tomaat
pinda
aardappel

Slide 24 - Drag question