H8 en H9 Memo

hoofdstuk 8
1 / 123
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisSecondary Education

This lesson contains 123 slides, with text slides and 19 videos.

Items in this lesson

hoofdstuk 8

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Casus
  • Lees de casus op blz 178
  • maak vragen 1 t/m 3 

Slide 11 - Slide

0

Slide 12 - Video

vraag 1
Voltaire bedoelde met bijgeloof dat mensen niet willen geloven in een natuurverschijnsel dat goed te verklaren is, maar wel in dingen die je niet kan bewijzen. De Kerk stelde voor om mensen te roosteren, wat volgens Voltaire onzin was. Mensen geloofden dat daarmee het onheil zou kunnen worden afgewend.

Slide 13 - Slide

vraag 2
a. De eeuwige optimist zou zeggen dat de aardbeving een natuur verschijnsel is die in Lissabon kwam, maar daardoor niet ergens anders kon toeslaan. 
b. De optimist zag de aardbeving niet als een straf van God en was daarom een zonderaar
c. Voltaire laat zien dat ook de optimist geen gelijk heeft, want een week later vindt er weer een aardbeving plaats ergens anders

Slide 14 - Slide

vraag 3
De koningen steunden de kerk en de kerk steunden de koningen, dus zij zullen niet blij zijn geweest met het verhaal van Voltaire. Dit tast ook hun macht aan. 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Adam Smith
  • Mensen streven altijd eigen voordeel na
  • Vrije economie 
  • Wet van vraag en aanbod zorgt als een onzichtbare hand voor zo groot mogelijke voorspoed

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Voltaire

  • God bemoeit zich niet met de wereld 
  • want wonderen zijn in strijd met de wetten van de natuur.

  • deïsme

Slide 19 - Slide

John Locke
  • Macht van koningen en regeringen komt niet van God
  • Maar van de burgers die een Sociaal contract sluiten met de koning
  • Veiligheid, leven, vrijheid, bezit

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Jean-Jacques Rousseau 
(1712 - 1778)
  • Volkssoevereiniteit
  • Regering moet de "algemene wil" uitvoeren
  • sociaal contract
  • Volksvergadering
  • Beschaving heeft gezorgd voor ongelijkheid

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

0

Slide 24 - Video

Zelf aan de slag
  • lezen bladzijde 179 en 180
  • maken 4 en 5
  • als je klaar ben, lezen blz. 181
  • maken 8 t/m 10
  • Niet af = huiswerk!

Slide 25 - Slide

8.2 Vorsten en Verlichting

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Opdracht
  • lees Casus over de Vorst en de Filosoof, bladzijde  184
  • Maak vraag 1 a tm d

Slide 28 - Slide

Bespreken opdracht 1
  • a. De daad die het beste past bij een Verlicht vorst is de oprichting van de Wetenschappelijke Academie, want hier kan het volk profiteren van kennis wat bij de Verlichting past. 

Slide 29 - Slide

Bespreken opdracht 1
  • b. In deze zin zegt Voltaire eigenlijk dat Frederik II wel veranderingen wil doen op gebied van onderwijs en kennis, maar hij wil geen veranderingen op het gebied van zijn machtspositie.  

Slide 30 - Slide

Bespreken opdracht 1
  • c. Verlicht betekent veel veranderingen op allerlei gebieden, ook op het gebied van vrijheid en politieke invloed voor de burgers. Absolutisme betekent alle macht in handen van de vorst. Deze twee ideeën gaan niet echt samen.  

Slide 31 - Slide

Huiswerk 
bestuderen blz. 185 t/m 188
maken 0pdrachten 2 t/m 4 op blz 186
maken opracht 5

Slide 32 - Slide

opdracht 2
a. Locke: het volk mag de vorst afzetten als deze niet goed over het volk regeert, Hobbes: de vorst heeft alle macht gekregen en mag niet worden afgezet

Slide 33 - Slide

opdracht 2
b. Frederik zegt dat hij de Algemene Wil van het volk vertegenwoordigd waardoor hij legitimeit aan zijn macht geeft
c. het verschil is dat Rousseau zegt dat een vorst mag worden afgezet, terwijl Frederik zijn macht wil behouden

Slide 34 - Slide

Opdracht 3
  1. Adel: was boos omdat zij hun onderdanen (lijfeigenen waren een soort slaven) kwijtraakten en nu niemand meer hadden om op het land te werken

Slide 35 - Slide

Opdracht 3
2. de Kerk: de Kerk bezat ook veel grond waar de lijfeigenen aan verbonden waren, nu dit werd afgeschaft had de Kerk ook niemand meer om de grond te bewerken

Slide 36 - Slide

Opdracht 3
3. Boeren: deze groep was boos omdat ze bang waren dat de vrijgelaten lijfeigenen hun land gingen inpikken om zelf een stuk land te gaan verbouwen. Ze wilden het land niet verdelen. 

Slide 37 - Slide

Opdracht 4
  • a. Een verlicht vorst vindt dat de kerk net zo is als een andere organisatie en wil ook het bijgeloof van de Kerk afschaffen. Godsdienst is iets persoonlijks. Een absoluut vorst baseert zijn macht op de steun van de kerk.  

Slide 38 - Slide

Opdracht 4
b. Nee, een verlicht vorst zou geen voorstander zijn want als mensen te veel vrijheid van meningsuiting zouden hebben, dan kunnen ze ook kritiek geven om zijn macht. Dat wil een verlicht vorst niet. Hij wil alle macht in handen hebben. 

Slide 39 - Slide

opdr. 5  Tijdschriften, koffiehuizen en genootschappen
  • Nieuwe tijdschriften ontstonden met als doel om hun lezers op te voeden tot rationele en beschaafde burgers.
  • informatie doorgeven in koffiehuizen, verenigingen (= genootschappen), salons
  • In de 18e eeuw ontstond zo een publieke opinie: een verzameling van meningen als gevolg van discussies onder de burgers.

Slide 40 - Slide

Hervormingen in Pruisen en elders
  • Frederiks koningschap is een voorbeeld van verlicht absolutisme:
  1. Hij voerde zijn hervormingen door met de bedoeling de samenleving te verbeteren volgens de ideeën van verlichte denkers.
  2.  Frederik:  eerste dienaar van de staat i.p.v. Droit divin
  3. Alles VOOR het volk, maar niets DOOR het volk!

Slide 41 - Slide

Grenzen aan de hervormingen

  • Hij schafte het lijfeigenschap niet af.
  • De adel, die alle hoge functies in het leger bekleedde, moest hij namelijk te vriend houden!
  • keizer Jozef II van Oostenrijk, schafte de lijfeigenschap wel af. 
  • Verlicht absolutisme bracht vooruitgang (onderwijs, rechtspraak etc.), maar werden voorrechten van adel en kerk niet afgeschaft.

Slide 42 - Slide

Tijdschriften, koffiehuizen en genootschappen
  • Nieuwe tijdschriften ontstonden met als doel om hun lezers op te voeden tot rationele en beschaafde burgers.
  • informatie doorgeven in koffiehuizen, verenigingen (= genootschappen), salons
  • In de 18e eeuw ontstond zo een publieke opinie: een verzameling van meningen als gevolg van discussies onder de burgers.

Slide 43 - Slide

Regeringen reageren verschillend
  • In Frankrijk was er weinig vrijheid door Ancien régime (het oude systeem met de macht voor de koning)
  • Verlichte filosofen hadden veel kritiek op het Ancien Régime
  • In Frankrijk was veel censuur
  • Om censuur te ontduiken bedachten filosofen verhalen of lieten ze de boeken ergens anders drukken
  • In de Republiek was wel persvrijheid en werden veel boeken gedrukt en vertaald. 

Slide 44 - Slide

8.3 Burgers aan de macht
1. Amerikaanse Revolutie

Slide 45 - Slide

1. Amerikaanse Revolutie
"Wij beschouwen deze waarheden als vanzelfsprekend dat alle mensen als gelijken worden geschapen, dat zij van hun schepper onvervreemdbare rechten hebben gekregen zoals het recht op leven, vrijheid en het nastreven van geluk."

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Video

Noord-Amerika
  • 13 Britse koloniën in Noord-Amerika 
  • Elke kolonie vocht tot 1783 voor onafhankelijkheid 
  • Elke Amerikaanse kolonie stelt eigen grondwet 
  • 1787 wordt het een federale staat Verenigde Staten
De Verenigde Staten wordt een representatieve democratie en alle staatsburgers (witte mannen met bezit) mogen stemmen. In 1791 worden grondrechten vastgesteld zoals vrijheid van meningsuiting, geloof en drukpers.

Slide 48 - Slide

Wat zijn de oorzaken?
  • Geïnspireerd door de Verlichting
  • Kolonien waren al gewend aan zelfbestuur en religieuze vrijheid
  • Groot-Brittannië probeerde winst te halen uit de kolonie door belastingen te heffen
  • kolonisten richtten burgermilities in 'No taxation, without representation'

Slide 49 - Slide

Slide 50 - Video

huiswerk
1. bestuderen casus blz 190
2. maken opdrachten 1 t/m 3

Slide 51 - Slide

opdracht 1
  • in 1776 was er nog grote ongelijkheid en nu wordt er gesproken over het feit dat iedereen gelijk is
  • mensen hebben rechten zoals het recht op vrijheid en op het nastreven van geluk, in die tijd hadden mensen geen rechten 

Slide 52 - Slide

opdracht 2
De zin "....regeringen oner de mensen worden ingesteld die hun rechtmatige bevoegdheden ontlenen aan instemming de geregeerden"
Dit houdt het sociaal contract in wat een idee is van John Locke.

Slide 53 - Slide

opdracht 3
Retorica was belangrijk omdat nu het volk de soeverneiniteit had, waardoor het volk overtuigd moest worden van bepaalde ideeen, en niet alleen maar een vorst die de macht had. 

Slide 54 - Slide

8.3 Burgers aan de macht




2. Bataafse Revolutie

Slide 55 - Slide

Mislukte revolutie?
  • De Republiek deed ook een poging
  • Regenten aan de macht, maar het leek op een monarchie (macht onderling verdeeld)
  • kritische burgers noemen zich patriotten
  • N.a.v. de oorlog met Engeland verzamelen de patriotten in burgermilities, maar falen

Slide 56 - Slide

Patriotten vs Orangisten
burgers meer macht
regenten blijven de baas
Leider: Joan Derk van den Capellen
leider: Stadhouder Willem V
aanhangers Patriotten
aanhangers stadhouder
Verlichters
richting absolutisme
burgermilities
leger stadhouder

Slide 57 - Slide

Slide 58 - Video




Zelf aan de slag



maken opdrachten 4 en 5 bladzijde 192

Slide 59 - Slide

8.3 Burgers aan de macht


3. Franse Revolutie

Slide 60 - Slide

Franse Revolutie 1789-1799
Oorzaken:
  • feodale standensamenleving
  • adel en geestelijkheid hadden voorrechten
  • 1789, Franse economie gaat slecht en de Staten-Generaal wordt bijeen geroepen

Slide 61 - Slide

Nationale Vergadering
  • Derde stand roept Nationale Vergadering uit 
  • Eerste fase van de revolutie
  • Verklaringen van de rechten van de mens en burger aangenomen
  • afschaffing privileges
  • 1791 nieuwe wet, macht bij rijke burgers en koning als uitvoerende macht

Slide 62 - Slide

Revolutie raast voort
  • Frankrijk verdeeld en onrustig
  • radicale revolutionairen grijpen de macht in 1792 => Tweede Fase
  • begin 'Terreur' en dood van veel burgers en koning 
  • Strijd tegen veel andere landen om Franse Revolutie te verdedigen
  • Nederland in Franse handen

Slide 63 - Slide

Slide 64 - Video

Laatste fase
  •  1794 radicalen komen ten val
  • 1795 weer een nieuwe wet die rijken de macht geeft, maar afhankelijk is van het leger
  • 1799 kans voor Napoleon om macht over te nemen

Slide 65 - Slide

8.4 Vrijheid, ook voor slaven?

Slide 66 - Slide

Zelf aan de slag
Bestuderen casus op blz 196
maken vraag 1 t/m 3

Slide 67 - Slide

Plantage-koloniën
  • In het zuiden van de VS en koloniën in het Caribisch gebied.
(Warmere gedeelten waar de plantageproducten goed verbouwd konden worden). 

  • Overzeese grote landbouwbedrijven waar slaven werden ingezet om exportgewassen te verbouwen (katoen, koffie, suiker etc.)

Slide 68 - Slide

Slide 69 - Video

De trans-Atlantische slavenhandel aan de hand van de driehoekshandel. 

(1) Tot slaaf gemaakten Afrikanen werden op de westkust ingeruild tegen nijverheidsproducten. (textiel, wapens)

(2) Deze slaven werden verscheept naar plantage kolonien in Noord-, midden- en zuid-Amerika.  

(3) Katoen, koffie, thee en suiker werd vanaf koloniën  naar Europa gebracht. 

Slide 70 - Slide

Slide 71 - Slide

Slide 72 - Slide

Slide 73 - Slide

Nederlandse slavenhandel
  • WIC gaat in 1648 over op Transatlantische slavenhandel
  • 5% van de slaven door Nederlandse schepen vervoerd
  • Nederland vooral rijk geworden van plantageproducten, gedaan door slavenarbeid 

Slide 74 - Slide

Slide 75 - Video

Slavernij goed praten
  • In Europa verboden maar niet in de Europese koloniën
  • de Republiek eerst geen slavenhandel, later wel
  •  religieuze argument: Cham, een zoon van Noach, werd vervloekt door Noach. Mensen uit Afrika stamden af van Cham, dus moesten knechten zijn
  • sociaal argument: Mensen uit Afrika waren heiden en onbeschaafd
  • historisch argument: In Afrika bestond al lang slavenhandel, dus het mocht

Slide 76 - Slide

Afschaffing van de slavernij

Eind 18de eeuw verzet tegen slavernij

  • Verlichting zorgt voor veranderend denkbeeld
  • Revolutie op Haïti is eerste opstand van slaven die slaagt
  • Schrijvers en journalisten zetten zich in voor afschaffing
  • Abolitionisten
  • 1 juli 1863 slavernij afgeschaft
  • Maar... moeizaam, in Suriname nog verplicht 10 jaar voor de baas blijven werken

Slide 77 - Slide

Abolitionisme
De stroming om de slavernij af te schaffen
Succesvol:
  • 1794: Frankrijk schaft slavernij af (Napoleon heeft dit teruggedraaid)
  • 1807: Groot-Brittannië:  Verbiedt slavenhandel
  • 1833: Groot-Brittannië: Afschaffing slavernij
  • 1863: Amerika: Afschaffing slavernij
  • 1863: Nederland: Afschaffing slavernij

Slide 78 - Slide

Situatie Amerika
  • De VS was één van de eerste landen waar slavernij in opspraak kwam. Waarom?
  • Noord (tegen) vs Zuid (voor)
  • 1852 Harriet Beecher Stowe: Hut van oom Tom
  • Spanningen lopen hoog op en resulteren in bloedige burgeroorlog (1861-1865)
  • Uitkomst: afschaffing slavernij op 1 juli 1863

Slide 79 - Slide





H 9 Industriële revolutie

Slide 80 - Slide


Industriële Revolutie
1750-1900




  • Door de komst van de machines verandert de manier waarop mensen produceren: van handmatig naar machinaal
  • De verandering noemen we de Industriële Revolutie









Niet alleen de manier van produceren verandert enorm: ook de komst van stoomtreinen brengt grote veranderingen in het vervoer van mensen en goederen.

Slide 81 - Slide

Slide 82 - Video

Engeland rond 1700
  • Machtig land met een enorm groot rijk dat zich over de hele wereld uitstrekte.
  • 80% woonde op het platteland
  • De bevolking van Engeland groeit, hierdoor is er meer kleding nodig.
  • Veel kleding wordt gemaakt van katoen, dat door slaven op plantages wordt geplukt, en wol.

Het Britse Rijk omstreeks 1700

Slide 83 - Slide

Groei economie
  1.  hogere opbrengsten landbouw door nieuwe uitvindingen
  2. bevolkingstoename door meer voedsel en betere hygiëne
  3. koloniën zorgen voor nieuwe grondstoffen en afzetgebieden
  4. huisnijverheid niet meer voldoende

Slide 84 - Slide

Bevolkingstoename

Slide 85 - Slide

Britse Rijk van 1650 -1945

Slide 86 - Slide

Huisnijverheid: het thuis maken van producten voor extra inkomsten

Slide 87 - Slide

Slide 88 - Slide

Machines worden te groot om in huis te hebben en worden naar grote hallen verplaatst

Slide 89 - Slide

van kleinschalige handmatige productie in de huisnijverheid...
... naar grootschalige machinale productie in fabrieken

Slide 90 - Slide

Stoommachine
rond 1764 


  • De eerste werkende stoommachine van de Industriële Revolutie was die van Thomas Newcomen rond 1705
  • Pas door de verbeteringen van James Watt kon de stoomachine pas echt worden ingezet




De Engelsman James Watt voerde een aantal belangrijke veranderingen door in Newcomen's stoommachine waardoor het gebruik en de inzet makkelijker werden.

Slide 91 - Slide

Veranderingen door 
de stoommachine 


  • Leegpompen van mijnen, waardoor je dieper de grond in kunt (grondstoffen)
  • Oude energiebronnen (wind-, spier- en waterkracht) worden langzaam vervangen
  • Stoommachine is overal te plaatsen, niet alleen aan het water







Doordat de vraag naar delfstoffen (ijzer en steenkool voor de machines) sterk toenam, moest er steeds dieper worden gegraven. Met stoommachines werd het grondwater weggepompt.

Slide 92 - Slide


Hoogovens




  • Om ijzer nog sterker te maken, werd er gebruik gemaakt van hoogovens: ovens die zo warm worden dat het ijzer zuiver wordt.








Omdat zuiver ijzer zich beter laat bewerken, nemen ook de toepassingen ervan toe: zo zie je steeds meer bouwwerken van ijzer. Zoals bijvoorbeeld bruggen, maar ook de Eiffeltoren

Slide 93 - Slide

Zelf aan de slag/huiswerk
  • lezen blz 207 t/m 210
  • maken opdrachten 3 t/m 7 

Slide 94 - Slide

sociale veranderingen
  •  arbeidersklasse ontstaan met slechte werk- en woonomstandigheden
  • vrouwen en kinderen ook aan het werk
  • ongeschoold

Slide 95 - Slide

Slide 96 - Video

Kapitalisme
  •  doel: zoveel mogelijk winst maken
  • handelskapitalisme: winst maken door handel
  • Industrieel kapitalisme: winst maken door zelf te produceren

Slide 97 - Slide

Adam Smith
  •  boek geschreven: The Wealth of Nations in 1776
  • kritiek op het mercantilisme -> weg met de beschermende economische maatregelen van de regeringen
  • wil een zo groot mogelijke economische vrijheid

Slide 98 - Slide

Economisch liberalisme
  •  overheid niet bemoeien met de economie
  • 'onzichtbare hand' regelt alles
  • door concurrentie worden mensen gedwongen betere producten te maken

Slide 99 - Slide

Economisch liberalisme
  •  vanaf 1835 worden in Engeland, als eerste land in Europa, de gilden afgeschaft waardoor concurrentie mogelijk was.
  • weinig bescherming voor de arbeiders
  • welvaart steeg enorm

Slide 100 - Slide

Slide 101 - Video

Slide 102 - Video

9.2 Nationalisme
  • Liefde voor eigen volk 
  • elk volk heeft een gemeenschappelijke geschiedenis, taal en cultuur
  • belangrijk om in 1 staat te leven

Slide 103 - Slide

Slide 104 - Video

Oorzaken nationalisme
politiek & cultureel
  • politieke veranderingen: Tijdens de democratische revoluties voelden mensen zich geen onderdaan meer van een vorst, maar een burger
  • mensen voelden zich onderling verbonden en lid van een gemeenschap die sterk moest staan tegen vijanden
  • cultureel nationalisme: Dichters, schilders, beeldhouwers, onderwijs brachten de roemrijke daden van hun zogenaamde voorouders in beeld 

Slide 105 - Slide

nieuwe staten ontstaan
  •  Duitsland was voor 1870 een verbond van losse staatjes
  • burgers willen 1 groot sterk Duitsland
  • Otto von Bismarck gaat daarvoor zorgen: ''Blut und Eisen''

Slide 106 - Slide

nieuwe staten ontstaan
  • Ook Italie was een losse verzameling van staatjes
  • in 1871 komt hier ook een nieuw land
  • Guiseppe Garibaldi was de grote leider van de nationalistische beweging 

Slide 107 - Slide

nieuwe staten ontstaan
  • vanaf 1815 bestaat het Koninkrijk der Nederlanden uit Nederland, België, Luxemburg, gebieden in de West en gebieden in de Oost
  • België voelt zich uitgebuit door de Nederlandse koning Willem I
  • België had een andere geschiedenis, andere taal en andere cultuur -> 1830 onafhankelijk van Nederland

Slide 108 - Slide

Slide 109 - Video

oude staten vallen uit elkaar
  • Ottomaanse rijk brokkelt langzaam af
  • landen willen eigen staten hebben
  • eerste is Griekenland die zich in 1829 losmaakt van het Ottomaanse Rijk 

Slide 110 - Slide

Gevolgen van het nationalisme
  • Door het ontstaan van vaderlandslievende gevoelens kwamen staten tegenover elkaar te staan. 
  • Ook bij de verovering van koloniale rijken concurreerden de Europese staten met elkaar.  
  • Dat leidde uiteindelijk tot grote internationale spanningen en oorlog (bijvoorbeeld: Frans-Duitse oorlog 1870/1871 en de Eerste Wereldoorlog)

Slide 111 - Slide

§9.3 Modern Imperialisme

Slide 112 - Slide

 Imperialisme?
Komt van het woord 'imperium' (denk aan het imperium romanum)
Het overheersen van andere volken en gebieden; het vormen van een wereldrijk

Slide 113 - Slide

Modern imperialisme
Vanaf de 19e eeuw 

Het verschijnsel vanaf de 19e eeuw waarbij Europese landen streven naar een groot koloniaal rijk en de koloniën gebruikten als producenten van grondstoffen en als afzetgebieden

Slide 114 - Slide

Europese kolonialisme in de 16e en 17e eeuw

  • Europese handelaren handelden vooral in de kustgebieden vanuit factorijen
  • Europeanen veroverden binnenlanden niet, dat diende geen economisch doel
Modern imperialisme in de 19e eeuw

  • Het verschijnsel vanaf de 19e eeuw waarbij Europese landen streven naar een groot koloniaal rijk en de koloniën gebruikten als producenten van grondstoffen en als afzetgebieden

Slide 115 - Slide

Oorzaken

1: Industrialisatie
Door de industriële revolutie steeg de vraag naar grondstoffen en naar een afzetmarkt. 
Daarnaast waren Europese mogendheden ook nog eens beter bewapend en werd het veroveren makkelijker.

Slide 116 - Slide

Oorzaken

1: Industrialisatie
2: Nationalisme
Een groot overzees rijk gaf veel aanzien en status. De trots op eigen volk en natie, stimuleerde het vergroten van andere gebieden.
Doel: een machtig rijk

Slide 117 - Slide

Oorzaken

1: Industrialisatie
2: Nationalisme
3: 'Ontwikkeling willen brengen'
  •  Missionarissen trokken naar Afrika om het Christendom te verspreiden
  • Het bezitten en uitbuiten van koloniën werd goedgepraat door het superioriteitsgevoel van de Europeanen. Zij zouden de 'minder ontwikkelde' Afrikanen 'opvoeden'.

Ookwel White man's burden genoemd (De last van de blanke)

Slide 118 - Slide

De verdeling van Afrika
1884 : Conferentie Berlijn

O.l.v. Bismarck  verdelen Europese leiders Afrika.
- delen reeds in bezit blijven kolonie.

- Belgische koning krijgt Congo

=> binnen 15 jaar Afrika onderworpen (alleen Ethiopië en Liberia onafhankelijk)


Slide 119 - Slide

Verdeling van Afrika na de Conferentie van Berlijn

Slide 120 - Slide

Slide 121 - Video

zelf aan de slag
maken opdrachten op blz 220:
3 tm 7

Slide 122 - Slide

Slide 123 - Video