Hoe was de macht in de meeste westerse landen verdeeld in de nieuwe tijd?
1 / 26
next
Slide 1: Slide
geschiedenisSecundair onderwijs
This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
invloed op de politiek
Hoe was de macht in de meeste westerse landen verdeeld in de nieuwe tijd?
Slide 1 - Slide
Lodewijk XIV ->
absolutische vorst
Dit houdt in dat niets in het land besloten kan worden zonder de toestemming van Lodewijk XIV. Lodewijk XIV had dus absoluut alle macht in handen.
Portret door Rigaud
Slide 2 - Slide
Zal de Verlichting ook invloed hebben op de politiek?
1667 Wetenschappelijke academie
Slide 3 - Slide
“Jullie weten aan het einde van de les aan de hand de ideeën van 4 filosofen en/of wetenschappers uit te leggen wat er zich heeft afgespeeld tijdens de Verlichting.”
Je kent al:
Nu gaan we kennismaken met nog twee bekende Verlichte filosofen:
Rousseau
Voltaire
Adam Smith
Charles de Monstesquieu
John Locke
Slide 4 - Slide
John Locke (1632-1704)
Cursus p.5
Slide 5 - Slide
John Locke:
John Locke (1632-1704)
vindt het absolutisme onacceptabel
ieder mens heeft bij de geboorte gelijke rechten
maakt de koning slechte wetten en streeft hij niet de belangen van het volk na het volk mag in opstand komen.
(=volkssoevereiniteit)
Slide 6 - Slide
Charles de Montesquieu :
Charles de Secondat(1689-1755)= baron van Montesquieu
was van adel
cursus p. 6
Slide 7 - Slide
Charles de Montesquieu :
had kritiek op de absolute macht koning
dacht na over goede verdeling van de macht
Slide 8 - Slide
- Ontwierp daarna de leer van de"Trias Politica" of "scheiding der machten" .
Drie machten:
1. Wetgevende macht: Deze macht heeft het recht om wetten in te voeren of af te keuren. (parlement)
2. Uitvoerende macht: Deze macht zorgt ervoor dat wetten worden uitgevoerd
(premier en de regering).
3. Rechtsprekende macht: Deze macht controleert of de wetten worden nageleefd. (de gerechtshoven)
- De drie machten mogen nooit in handen van één persoon komen.
Slide 9 - Slide
Wie mag de macht krijgen volgens Montesquieu
A
de koning
B
de adel
C
het volk
D
er is geen juist antwoord
Slide 10 - Quiz
Jean- Jacques Rousseau(1712-1778)
kritiek op Montesquieu
cursus p. 6
Slide 11 - Slide
Rousseau:
het volk mag niet aan de politiek deelnemen via vertegenwoordigers
landen moeten rechtstreeks bestuurd worden door het volk (= directe democratie)
Iedereen is gelijk(gelijke rechten)
Slide 12 - Slide
Verlicht despotisme
Frederik II van Pruisen
Jozef II van Oostenrijk en zuidelijke Nederlanden
Catharina de Grote
cursus p.7 en 8
Slide 13 - Slide
invloed op de economie
boek "The wealth of nations"-> econ. liberalisme
Adam Smith (1723-1790)
Slide 14 - Slide
invloed op de economie
de overheid moet zich zo min mogelijk met de handel en nijverheid moet bemoeien, anders wordt het mechanisme van vraag en aanbod verstoord
Je moet vrijheid hebben om met je verstand te kunnen beslissen over je eigen belangen in de economie."
Overheid moet de markt zijn werk laten doen (= het "Laissez Faire")
Een “onzichtbare hand” houdt namelijk alles in de economie in evenwicht.
Adam Smith (1723-1790)
Slide 15 - Slide
invloed op de rechtspraak
boek "Dei delitti e delle penne""
cursus p. 9
C. Beccaria
Slide 16 - Slide
invloed op de kunst
rationalisme -> nieuwe stijl
neo-classicisme -> je herkent de klassieke elementen
oefening in je werkbladen
Madeleinekerk , Parijs
Slide 17 - Slide
verspreiding van de Verlichting
werkbladen punt 4
Salons:
Slide 18 - Slide
samenkomst in het 'Salon'
Slide 19 - Slide
verspreiding van de Verlichting
encyclopedie
Slide 20 - Slide
Denis Diderot & Jean le Rond d'Alembert
Beginnen in 1751 met het schrijven van de Encyclopedie om onwetenheid en domheid te bestrijden.
Onderwerpen waren bijvoorbeeld politiek, godsdienst en techniek.
Slide 21 - Slide
verspreiding van de Verlichting
boeken: waarover gaan de boeken van Defoe en Swift
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Video
verspreiding van de Verlichting
kranten... dankzij?
Slide 24 - Slide
Zullen de ideeën van de Verlichting de maatschappij veranderen?