Les 8 - V4 - examen escritura último párrafo y examen oral: hablar de ti y tu familia

Ryan
1 / 29
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Ryan

Slide 1 - Slide

Planificación
W 11 Donderdag: intro LA
W 12 Maandag en donderdag: practicar indefinido hay/ser/estar y escribir párrafo 1
W 13 Maandag en donderdag: el uso del indef / imperf – escribir párrafo 2 (el viaje de ida)
  1. W 14 Maandag en donderdag: contraste indef / imperf / hay, ser, estar y concordancia – escribir párrafo 3 (un monumento o la naturaleza) y terminar carta
W 15 preparación examen oral thema 1  en donderdag: schrijfvaardigheidstoets
W 16 Maandag: preparación examen oral tema 3  donderdag: preparación examen oral tema 4
W 17-18-19 meivakantie/activiteitenweek
W 20 Maandag: preparación examen oral tema (todo)
Donderdag: preparación examen oral (todo)
W 21 Examen oral/inleveren teksten
W 22 Examen oral/inleveren teksten
W 23 Examen oral/inleveren teksten
W 24 Tp 3








Slide 2 - Slide

Hoy en clase hay dos objetivos
1. Terminar tu carta de tu viaje a un país en Latinoamérica

2. presentarte en español y hablar sobre el físico y el carácter

Slide 3 - Slide

La preparación para el lunes
Leren aantekeningen (zoals geslacht van woorden, voorzetsels, bezittelijke voornaamwoorden)

Leren de onregelmatige werkwoorden in de bijlage in de tegenwoordige tijd
(zorg dat je de betekenissen ook weet in het Nederlands)
Leren de regels van hay/ser/estar
Bekijk de de volgende links
youtube.com/watch?v=hN4mtFdPhjQ
(= gustar)
youtube.com/watch?v=9o8QLpQ6dDgm
(= wederkerende werkwoorden)













Slide 4 - Slide

Tu carta
  1. 1a parte: introducción y información del país
  2. 2a parte: el viaje de ida
  3. 3a parte: actividades/excursión a un monumento/lugar de interés turístico
  4. 4a parte: el viaje de vuelta y final de la carta

Slide 5 - Slide

Primer objetivo:
1. Terminar tu carta de tu viaje a un país en Latinoamérica


Slide 6 - Slide

Vuestros errores: habla con tu compañero/a
Hoe zeg je het was erg zonnig?
Hoe zeg je onze vlucht?
Welke tijd gebruik je als je wilt zeggen welke activiteiten je deed?
Welk werkwoord moet je steeds vervoegen als je vertelt welke activiteiten je deed?
timer
1:00

Slide 7 - Slide

Mucho - muy  = APUNTES (neem over!)
Muy betekent erg en gaat altijd met bijvoeglijk naamwoord NOOIT met zelfstandig naamwoord
Era  muy divertido = Het was erg leuk
Mucho kan zowel een bijvoeglijk naamwoord als een bijwoord (let op dan verandert het bijvoeglijk naamwoord bij vrouwelijk en meervoud) zijn en betekent veel (maar ook erg)

Als bijvoeglijk naamwoord:
Bijv. Hacía mucha calor Het was erg heet
bijv. Había mucha gente Er waren veel mensen
Als bijwoord:
Viajaba mucho. Hij reisde veel (hier zie je een werkwoord staan dus mucho in een vorm)
timer
1:00

Slide 8 - Slide

MEJORAR TU CARTA
Hoe zou je je brief nog verder kunnen verbeteren?
Overleg met je klasgenoot.
Kom op minstens 2 dingen
timer
1:00

Slide 9 - Slide

MEJORAR TU CARTA
1. Gebruik niet de persoonlijke voornaamwoorden bij werkwoorden zoals bijv. nosotros of yo. In een brief staat dat niet zo mooi (trouwens ook niet als je spreekt)
2. Zorg ervoor dat je wat langere zinnen maakt door veschillende voegwoorden te gebruiken zoals también (ook), asimismo (eveneens), pero (maar) y (en)
3. Zorg ervoor dat je in een alinea geen woorden herhaalt. Gebruik synoniemen of misschien kun je het woord helemaal weghalen omdat je het in de zin ervoor hebt gebruikt.

Slide 10 - Slide

Les gemist?
Morgen inhalen in lokaal 0.25
vanaf 13:45 ben je welkom tot 16:15

Slide 11 - Slide

párrafo  III está listo si
Als je vertelt op welke dag je iets deed.
Als je vertelt welke activiteit je deed.
Welke stad/dorp/bezienswaardigheid er waren en hoe ze waren
Als je vertelt hoe je dat vond.
As je vertelt welke andere activiteiten je deed op de andere dagen.
Als je vertelt hoe het weer was.

Slide 12 - Slide

Escribir 4e parte y el final: 
Als je vertelt  (varieer met je heenreis, gebruik andere werkwoorden en andere activiteiten)
wanneer je wegging (datum/dag/tijd)
wat je vervoer was naar het vliegveld (anders dan heenreis)
met wie je terugvloog
met welke luchtvaartmaatschappij
hoe lang je terugreis was
wat je deed tijdens de reis (anders dan de heenreis)
en hoe laat/wanneer je aankwam in Nederland
vertel wat je van je reis vond en eindig met
Me gustaría volver (ik zou terug willen gaan), porque.......

Un saludo,
handtekening 
en eronder je naam

Slide 13 - Slide

II objetivo
presentarte  en español y hablar sobre el  físico  y el carácter

Slide 14 - Slide

El examen oral 
Leer el reader

Slide 15 - Slide

¿Con quién quieres hacer el examen oral? Escribe en el post-it
timer
1:00

Slide 16 - Open question

Vas a ver y escuchar una canción
del cantante David Rees
Se va a presentar y va a decir 50 cosas sobre él
Escribe la palabra que falta

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Op welke dingen moet je letten als jezelf of andere personen beschrijft? Overleg met je klasgenoot.
Y escribe en la pizarra blanca
timer
1:00

Slide 19 - Open question

El físico

Slide 20 - Slide

El físico

Slide 21 - Slide

Describir el físico en español
timer
1:00

Slide 22 - Slide

El carácter

Slide 23 - Slide

Información personal
Escribe ahora en la hoja 
15 cosas de ti 
Contesta a las preguntas en español

busca en el diccionario si es necesario
timer
3:00

Slide 24 - Slide

Información personal
Pregunta ahora en español a tu compañero/a de clase
sobre información personal
timer
3:00

Slide 25 - Slide

Ahora sé cómo hablar del físico
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Ahora sé cómo hablar del carácter
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Ahora sé cómo hablar de mi
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

La preparación para el jueves
Examen de escritura:
Leren geslacht woorden (ook de uitzonderingen)
leren alle vormen en signaalwoorden en gebruik van de indefinido
leren alle vormen en signaalwoorden en gebruik van de imperfecto
Leren de regels hay/ser/estar (ken ze ook in de imperfecto en de indefinido)

Tijdens het examen mogen er geen vragen worden gesteld.
Woordenboeken en de brief die je hebt geschreven mogen gebruikt worden.

Slide 29 - Slide