Iets vertellen in de verleden tijd

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

le programme

- kort de passé composé herhalen (grammatica)

- passé composé toepassen (spreekvaardigheid)

-

Doel: je kunt iets vertellen over wat je in de verleden tijd hebt gedaan (gisteren, afgelopen weekend, afgelopen zomer)

iets schrijven in de verleden tijd

- gebruik maken van de passé composé

- gebruik maken van de imparfait met ww être

tu (regarder = kijken, passé composé)

passé composé

1. as regardé
2. as regarder
3. a regardé
4. regardais

j' (choisir = kiezen, passé composé)

passé composé

1. sont choisi
2. as choisi
3. ont choisis
4. ai choisi

il (attendre = wachten, passé composé)

passé composé

1. a attendru
2. a attendu
3. as atendu
4. a attendré

Passé Composé: wij zijn geweest

1. nous sommes été
2. nous avons étré
3. nous avons été
4. nous avons allés

Passé coomposé: ik heb gedaan/gemaakt

Passé Composé: zij is gegaan

1. elle a allé
2. elle est allé
3. elle est allée
4. elles sont allées

Passé Composé: zij zijn uitgestapt

1. elles sont descendrues
2. elles sont descendues
3. elles sont descendu
4. elle est descendue

Hoe zeg in het Frans: het was geweldig?

On parle français!

• Qu'est-ce que tu as fait pendant les vacances?  
• J'ai + vd of je suis + vd (2 activiteiten noemen, gebruik de p.c
• Avec qui?
• Avec.....(vrienden? familie? etc..)
• C'était comment?
• ...........(gebruik hier de imparfait van het ww être)

Au travail!

- Werken aan je mondeling! Ik kan helpen met de uitspraak?

- Oefenen met de woordjes 1-2-4 

- Oefenen met de présent et passe composé via verbuga.eu

- Huiswerk maken voor Frans?

La prochaine fois

- oefenen met de woordjes van de apprendre!

- oefenen met de présent!