thema 6 les 6

wat doet zij?
A
ruiken
B
kijken
C
voelen
D
horen
1 / 16
next
Slide 1: Quiz
TaalBasisschoolGroep 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

wat doet zij?
A
ruiken
B
kijken
C
voelen
D
horen

Slide 1 - Quiz

Wat doet zij?
A
gluren
B
staren
C
loeren

Slide 2 - Quiz

Wat doet zij?
A
staren
B
gluren

Slide 3 - Quiz

Wat is dit?
A
een foto
B
een letter
C
een cijfer
D
een symbool

Slide 4 - Quiz

Waar zie je de letter?
A
B
C

Slide 5 - Quiz

Dit is een cijfer.
A
goed
B
fout

Slide 6 - Quiz

Tijdens= de tijd wanneer het gebeurd.
Tijdens het eten luister ik naar muziek.
A
goed
B
fout

Slide 7 - Quiz

Waar zie je de verrekijker?
A
B
C
D

Slide 8 - Quiz

Wanneer ga je klappertanden?
A
als je het warm hebt.
B
als je het koud hebt.

Slide 9 - Quiz

Waar zie je de plas?
A
B
C

Slide 10 - Quiz

Wie is aan het knipogen
A
B
C

Slide 11 - Quiz

Fantasie = niet echt gebeurd.
A
goed
B
fout

Slide 12 - Quiz

Wat doet hij?
A
gluren
B
aangapen

Slide 13 - Quiz

Het is erg koud ik zit te......
A
gluren
B
loeren
C
klappertanden

Slide 14 - Quiz

Wat betekent dit symbool?
A
letter
B
cijfer
C
en
D
tot

Slide 15 - Quiz

het einde

Slide 16 - Slide