Les 31 - Debat

1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Advocaten en officieren van justitie houden
in de rechtbank een pleidooi om een verdachte
te veroordelen of juist vrij te pleiten.
Luister naar het fragment en denk na over de volgende vragen:

1. Wat is het doel van de advocaat?

2. Stel dat je als advocaat meer weet over de zaak dan de politie. Wat doe je met die informatie?

3. Je client kondigt een misdrijf aan, wat doe je, als advocaat, met die informatie?
Geheimhoudingsplicht

Slide 2 - Slide

Kijk naar dit YouTubefilmpje en beantwoord de volgende vragen.

Welke retorische trucs passen de deelnemers toe?

Hoe grijpt de voorzitter in?

Wie vind jij dat het debat gewonnen heeft? En waarom?


Slide 3 - Slide

Wat is een goede stelling?
  • Een goede stelling is concreet. Niet te vaag of algemeen.
  • Voorbeeld: Auto's moeten uit de binnenstad van Amsterdam verdwijnen
  • Een goede stelling lokt heftige reacties uit
  • Voorbeeld: Iedereen moet verplicht worden om na zijn dood zijn organen beschikbaar te stellen

Slide 4 - Slide

Stelling: Jongeren hebben recht op spijbeldagen
  • Wat is goed aan deze stelling?
  • Wie is de beste debater volgens jou? En waarom?

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Twee vragen
Wie vind je de beste debater?
Met wie ben je het eens?

Slide 7 - Slide

Werkfase
  • Beantwoord de vragen 1 t/m 3 uit je oefenboek op pagina 128
  • Noteer de antwoorden in je schrift. 
  • We bespreken de vragen in de les



Slide 8 - Slide

Slotvraag
Pak je telefoon en ga naar lessonup.app
Typ de code in

Slide 9 - Slide

Wat is het doel
van een debat?

Slide 10 - Mind map

Wat is het verschil tussen
een debat en een discussie?

Slide 11 - Mind map

Wie wijst de winnaar
van het debat aan?

Slide 12 - Mind map

Vraag 1, pagina 128 oefenboek.

Lees de paragraaf 'Debat' (handboek, p. 125) en beantwoord onderstaande vraag.

Wat is het doel van een debat?

Slide 13 - Open question

Vraag 2, pagina 128 oefenboek. Vul in: debat of discussie.

Bij een [a]...... is er sprake van samen werking, bij een [b]........ is er sprake van
concurrentie. Bijeen [c].......... gaat het erom te komen tot een gezamenlijk standpunt,
bij een [d].......... worden standpunten verdedigd en aangevallen. Bij een [e]...........
proberen partijen elkaar te overtuigen, bij een [f] ........ proberen partijen een derde partij te overtuigen.

Slide 14 - Open question

Vraag 3a, pagina 128 oefenboek.

Advocaten en officieren van justitie houden in de rechtbank een pleidooi om
een verdachte te veroordelen of juist vrij te pleiten.

Leg uit waarom dit een vorm van debat is.

Slide 15 - Open question

Vraag 3b, pagina 128 oefenboek.

Advocaten en officieren van justitie houden in de rechtbank een pleidooi om
een verdachte te veroordelen of juist vrij te pleiten.

Wie is de onafhankelijke derde partij in dit debat?

Slide 16 - Open question

Vraag 3c, pagina 128 oefenboek.

Advocaten en officieren van justitie houden in de rechtbank een pleidooi om
een verdachte te veroordelen of juist vrij te pleiten.

Stel: een verdachte wordt vrijgesproken. Heeft de advocaat van de verdachte dan zijn
gelijk gekregen? Leg je antwoord uit.

Slide 17 - Open question


Slide 18 - Open question