Spelling voorbereiding op de toets

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Nederlands

Spelling:

- hoofdletters

- werkwoordspelling

- meervoud van zelfstandige naamwoorden

Hoofdletters gebruik je:

1. Aan het begin van elke zin.

2. Bij namen (Anna Woltz, Weesp, IJsselmeer, de Dam, de Hema)

3. Bij woorden die van namen zijn afgeleid (Amsterdamse, Duits, Noord-Hollandse)

Welk woord staat goed geschreven?

1. Indonesie
2. indonesie
3. Indonesië
4. indonesië

Werkwoordspelling

Persoonsvorm tegenwoordige tijd: enkelvoud en meervoud

ik

jij/hij/zij (Anna, mijn vader, mijn kat)

wij/jullie/zij (mijn klasgenoten, de bewoners, de asieldieren)

Twijfel je? Verander het werkwoord door ´lopen´. 

Oefenvragen pv tt

Wat is de juiste spelling?

.... (branden) jij elke avond een kaarsje?

1. Branden
2. Brandt
3. brand
4. Brand

Onze moeder ... (worden) morgen 42 jaar.

1. word
2. wordt
3. worden
4. werd

Mijn klasgenoten .... (starten) vanmiddag met leren voor de toets.

1. start
2. starten
3. startte
4. startten

Werkwoordspelling

Persoonsvorm verleden tijd: 

enkelvoud of meervoud?

zwakke of sterke werkwoorden?

Sterke ww veranderen van klank. 

bespraken

Oefenvragen pv vt

Wat is de juiste spelling?

Gisteren .... (lezen) ik Harry Potter en de Gevangene van Azkaban.

In 1914 ... (beginnen) de Eerste Wereldoorlog.

Vorig jaar .... (grazen) bij ons in het dorp de lammetjes op een weiland.

Afgelopen weekend .... (praten) mijn vriendin en ik tot diep in de nacht.

De docent ... (beantwoorden) mijn vraag, nadat ik mijn vinger ... (hebben) opgestoken.

Werkwoordspelling

Voltooid deelwoord

Volt. dlw. eindigend op -d of -t?

´t kofschip-x/ ex-kofschip/ sexy fokschaap

Oefenvragen volt. dlw.

Wat is de juiste spelling?

Vanmorgen heb ik een broodje pindakaas voor mijn zusje ... (smeren)

1. gesmeert
2. gesmeerd

Ik heb altijd .... (ontkennen) dat ik daar iets mee te maken had.

1. ontkent
2. ontkend

Tijdens de training heb ik mijn enkel ...(kneuzen)

1. gekneust
2. gekneusd

Hij is het afgelopen jaar ontzettend ... (groeien)

1. gegroeit
2. gegroeid

De brandweer heeft het vuur ... (blussen).

1. geblust
2. geblusd

Dit weekend heb ik voor het eerst (kussen).

1. gekust
2. gekusd

Werkwoordspelling

Onvoltooid deelwoord

Oefenvragen onvolt. dlw.

Wat is de juiste spelling?

Mijn buurjongen fietste .... (zingen) naar huis.

.... (Vluchten) door de grotten werd James Bond geraakt door een kogel.

Oefenvragen: alles door elkaar!

Wat is de juiste spelling?

Door de treinstoring was het treinverkeer gisteren danig ... (ontregelen).

... (Worden) jouw vader gauw boos?

Gisteren ... (hoesten) de buurvrouw keurig in haar elleboog.

.... (Kuchen) liep een oudere man door de treincoupé.

De bewoners van de P.C. Hooftstraat .... (protesteren) afgelopen weekend tegen de komst van een nieuwe nachtclub.

Zelfstandige naamwoorden

Met een meervoud op ´s of -s

Meervoud op -s of s

Je schrijft ´s bij..

woorden die eindigen op: i, a, o, u of y (ski´s, auto´s, jury´s)

afkortingen: cd´s, bh´s, lp´s

woorden die eindigen op klinkers met een tweeklank: rad-i-o´s, cav-i-a´s

de coupé

-s

´s

de pony

de abri

de skivakantie

het milieu

de iglo

de tv

het cadeau

de patio

Zelfstandige naamwoorden in meervoud

1.  alleen -en toevoegen

2. medeklinker verdubbelen

3. alleen een klinker weglaten

4. -s wordt -z of -f wordt -v

Noem voorbeelden: -s wordt -z / -f wordt v. Noteer ev en mv

Ik ben klaar voor de toets!

0100

Havo/vwo

Ook zelfstandige naamwoorden op -ën of trema -n. 

Denk aan de klemtoon! Zie ook de andere Lesson up op de CR.