Online lessen in week 51

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Online lessen in week 51

Nakijken opdrachten 19,21, 23, 24, 28, 30 

Kom je opdrachten tegen tijdens het nakijken die je niet begrijp zoek mij dan op tijdens de inloopuren.

Dinsdag ben ik op school van het tweede tot en met het vierde uur plus de eerste pauze.

Donderdag ben ik op school van het tweede uur tot en met het zesde uur.

Paragraaf 1.3 Arbeidsmarkt

Dit zijn de opdrachten die je moet maken van paragraaf 1.3 van katern 7

33, 34, 35, 38, 39, 41, 43 en 46

Beroepsbevolking

• Alle mensen tussen de 15 en 75 jaar die kunnen & willen werken = beroepsbevolking
• 1. iedereen die nu al werkt; 
• 2. werklozen horen ook bij beroepsbevolking

In het filmpje van de vorige sheet hebben ze uitgelegd over schillende soorten werkloosheid.

Kwantitatieve structurele werkloosheid: Als er onvoldoende arbeidsplaatsen zijn en de werkgelegenheid niet meegroeit met de beroepsbevolking.

Kwalitatieve structurele werkloosheid: Als er onvoldoende arbeidsplaatsen zijn die aansluiten bij het opleidingsniveau van de beroepsbevolking.

Frictiewerkloosheid: Bij het voor de eerste keer zoeken naar een baan of bij het wisselen van baan.

Seizoenswerkloosheid: Werkloosheid die ontstaat omdat bepaalde producten/diensten niet worden aangeboden in dat seizoen. Bijvoorbeeld strandwachten.

Wat is de reden voor werkloosheid?

Lees blz. 36 en 37 en schrijf de redenen van conjuncturele en structurele werkloosheid op bij de aantekeningen

Op de arbeidsmarkt zijn verschillende arbeidsrelaties tussen bedrijven en arbeidskrachten.

De belangrijkste zijn:

- Werknemers met een vaste baan.

- Werknemers met een flexcontract. Zij hebben een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd of een flexibel aantal uren.

- ZZp'er. Zelfstandige zonder personeel

Dit zijn de opdrachten die je moet maken van paragraaf 1.3 van katern 7

33, 34, 35, 38, 39, 41, 43 en 46