What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Herhaling 2.7+2.8
Grammatica en spelling
Oefenen voor de toets
1 / 29
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
This lesson contains
29 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Grammatica en spelling
Oefenen voor de toets
Slide 1 - Slide
2.7 Grammatica
Lidwoorden
Zelfstandig naamwoorden
Werkwoorden
Slide 2 - Slide
Welke lidwoorden ken je?
Slide 3 - Open question
Wat zijn de lidwoorden?
Kim koopt voor het bedrag liever een nieuw apparaat.
A
liever, apparaat
B
het
C
een, apparaat
D
het, een
Slide 4 - Quiz
Hoeveel lidwoorden staan in deze zin?
Een jongen uit mijn klas haalde een 10 voor het wiskundeproefwerk.
A
0
B
3
C
2
D
5
Slide 5 - Quiz
Schrijf de lidwoorden op:
Je hebt een pen, een potlood en een gum nodig voor de overhoring.
Slide 6 - Open question
Hoe herken je een zelfstandig naamwoord?
Slide 7 - Open question
Maar ook: namen en begrippen
Slide 8 - Slide
Wat zijn de zelfstandig naamwoorden?
Kim koopt voor het bedrag liever een nieuw apparaat.
A
koopt, liever
B
het, een
C
Kim, bedrag, apparaat
D
bedrag, apparaat
Slide 9 - Quiz
Hoeveel zelfstandig naamwoorden staan in deze zin?
Een populair vloggersduo maakte een clip op het eiland Ibiza.
A
4
B
3
C
2
D
6
Slide 10 - Quiz
Schrijf de zelfstandig naamwoorden op:
Je hebt een pen, een potlood en een gum nodig voor de overhoring.
Slide 11 - Open question
Een werkwoord is een doe-woord,
klopt dat?
A
nee
B
ja
Slide 12 - Quiz
Hoeveel werkwoorden staan in deze zin?
Na een tijdje blijft hij in een hoekje liggen snurken.
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 13 - Quiz
Schrijf de werkwoorden op:
Terwijl hij slaapt, ligt hij zachtjes te grommen.
Slide 14 - Open question
2.8 Spelling
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Leestekens
Dicteewoorden
Slide 15 - Slide
Welke drie vormen kan de pv tt hebben?
Slide 16 - Open question
Wat is de juiste spelling?
Hij (zetten) zijn telefoon op stil.
A
zet
B
zett
Slide 17 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
Ik (lijden) erg onder dat gepest van Phileine.
A
lijd
B
lijdt
Slide 18 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
Kiran (worden) daar vast heel onzeker van.
A
word
B
wordt
Slide 19 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
(vinden) jij dat ook?
A
vind
B
vindt
Slide 20 - Quiz
Wanneer schrijf je een komma?
Slide 21 - Open question
Schrijf de komma's:
Meng de komkommer met de sla de tomaten de uitjes en de dressing.
Slide 22 - Open question
Schrijf de komma's:
Als je klaar bent mag je het gerecht opeten.
Slide 23 - Open question
Wat is de juiste spelling?
A
accepteren
B
acepteren
Slide 24 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
abbonee
B
abonnee
Slide 25 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
onmiddelijk
B
onmiddellijk
Slide 26 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
verrassing
B
verassing
C
verrasing
D
verasing
Slide 27 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
portemonnee
B
portemonee
C
portomonnee
D
portomonee
Slide 28 - Quiz
Succes vrijdag!
Leer nog goed de onderdelen die je nu lastig vond
Slide 29 - Slide
More lessons like this
2.7 Grammatica - deel 1
February 2021
- Lesson with
39 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
Herhaling 2.3 2.7 en 2.8
January 2024
- Lesson with
33 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Toetsstof herhalen H2.7 en 2.8
June 2022
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
1 kader 2.8 Spelling
December 2022
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
M1 voorbereiden PTD hst 2 en 3
January 2021
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
2.8 Spelling les 1
November 2024
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
Instinkers
March 2021
- Lesson with
39 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
2.8 Spelling
January 2024
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 1