maandag 8 februari A2

• NT2
• MBO
• Studiejaar 2

welke woorden ken je met het woord 'sneeuw' in het woord?

wat is dit?

Dit gaan we vandaag doen:

• thema 4 afmaken. 
• starten met thema 5
• dictee 4.11
• let op: woensdag is er les van 10.30-11.45 uur. Donderdag is er deze week geen les. Ik moet examens afnemen. 

de lesdoelen: na deze les:

kun je:

• zinnen schrijven met persoonlijke voornaamwoorden.
• Antwoord geven op vragen met het juiste persoonlijke voornaamwoord. 
• aan iemand anders uitleggen hoe het onderwijs in Nederland eruit ziet. 

terugkijken op de vorige les:
Dit is mijn boek. Het boek is van......

Dit is Iman's boek. Het is.......boek.

Dit is Habtom's boek. Het is......boek.

Dit is ons boek. Het boek is van.......

dit is uw boek. Het boek is van.........

Mijn boodschappen vallen op de grond. Een vrouw helpt............

De docent praat met de cursisten. Ze praat met............

Wil je naar een feest met ons?
Ja, ik wil naar een feest met........

persoonlijk voornaamwoord 4.12

Welke persoonswoorden kun je gebruiken om te praten over dingen?

enkelvoud: de woord: hem. Bijvoorbeeld: De radio staat daar. Hij is aan. Zet jij hem zachter?

enkelvoud: het woord: het. Bijvoorbeeld: Het armbandje ligt op tafel. Het is mooi. Ik draag het elke dag. 

Meervoud:: ze. Bijvoorbeeld: Hij geeft me drie boeken. Ze zijn heel leuk. Ik lees ze allemaal. 

Weet je nog wat onderwerp betekent?

En wat betekent lijdend voorwerp?

spreekopdracht: luister naar de docent en geef antwoord. 

Dictee. Luister naar de docent. 

woord 1 dictee 4.11

woord 2:

woord 3

woord 4

woord 5

woord 6

thema 5

Wat is het onderwerp van thema 5?

opleidingen. welke woorden ken jij?

5.1

Wat betekent theorie?

Wat betekent praktijk?

Welk beroep heb/had jij?

Het Alfa-college is een:

1. middelbare school
2. hbo
3. mbo
4. vwo

5.1 samen:

opdracht 6: regels meervoud. 

opdracht 8

opdracht 10

opdracht 12+ blauwe woorden. 

Opdracht 21

heb je de lesdoelen bereikt?

huiswerk voor donderdag