Nederlands H5 samenvatting

1 / 35
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Link

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat is het onderwerp?

Als onderwerp kozen ze pooldieren.
A
Onderwerp
B
Pooldieren
C
Kozen
D
Ze

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het onderwerp?

Marina legt het onderwerp uit.
A
Marina
B
legt
C
het onderwerp
D
uit

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
werkwoordelijk gezegde
Fatma
moet
hard
lachen

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat is de bijwoordelijke bepaling?

Gisteren hebben we de bijwoordelijke bepaling behandeld.
A
we
B
hebben behandeld
C
de bijwoordelijke bepaling
D
gisteren

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Link

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn de trappen van vergelijking?
A
stellende trap overtreffende trap vergrotende trap
B
vergrotende trap stellende trap overtreffende trap
C
stellende trap vergrotende trap overtreffende trap
D
overtreffende trap stellende trap vergrotende trap

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Zet de trappen van vergelijking in de goede volgorde. 
1
2
3
de stellende trap
de vergrotende trap
de overtreffende trap

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions

Eerlijk gezegd vind ik zoete drop lekkerder ... zoute.

Let op: is 'lekkerder' een stellende trap of een vergrotende trap?
A
dan
B
als

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

In de eerste ronde was Eric bijna net zo snel ... Pieter.

Let op: is 'snel' een stellende trap of een vergrotende trap?
A
dan
B
als

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Na de stellende trap gebruik je het woordje ...
timer
0:15
A
dan
B
als

Slide 19 - Quiz

Levi is even groot als Jamil.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Link

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Lina verhuist naar zweden.
Is verhuist de pv of vd?
A
pv
B
vd

Slide 26 - Quiz

tip: vraagproef 
Muhammed is naar zweden verhuisd. Is verhuisd de pv of vd.
A
pv
B
vd

Slide 27 - Quiz

vraagproef
Zoek altijd eerst uit of het pv of vd is. Gebruik tijdproef/vraagproef.
Het vuurtje was snel (blussen) door de brandweer.
A
Geblusd
B
Geblust
C
Geblusdt

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Elke maand .... (vertellen) een schrijver in de bibliotheek over zijn boeken.
pv of vd?
A
pv
B
vd

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Zoek altijd eerst uit of het pv of vd is. Gebruik tijdproef/vraagproef.
Voor dit truitje heeft Fatma twintig euro (betalen).
A
Betaald
B
Betaaldt
C
Betaalt

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

In de pauze heeft Elmer ons alles ..... (vertellen) over zijn reis naar de VS.
pv of vd?
A
pv
B
vd

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

is 'veranderd' pv of vd?

De wereld is veranderd door het internet.
timer
0:20
A
pv
B
vd

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

timer
17:00
Maak
 De oefentoets H5  
en 
kijk hem na.

Klaar maak ander huiswerk

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions