What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Dag 2
Thema 14 - Overtuigen - DAG 2
1 / 13
next
Slide 1:
Slide
NT2
ISK
This lesson contains
13 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Thema 14 - Overtuigen - DAG 2
Slide 1 - Slide
DAG 2
blijken
brengen
duidelijk(e)
het eind
fantastisch(e)
feliciteren
Slide 2 - Slide
blijken
(ww)
wat je kunt merken / zien
wat duidelijk is
TT - ik blijk - jij blijk
t
- wij blijken
VT - ik bl
ee
k - wij bl
e
k
en
VTD - het
is ge
blek
en
zin
: Ik
blijk
verkouden te zijn.
zin:
De jongen
bleek
goed in wiskunde te zijn.
6
Slide 3 - Slide
brengen
(ww)
brengen naar = met iets of iemand naar een plaats toe gaan
brengen <--> halen
TT - ik breng - jij breng
t
- wij breng
en
VT - ik br
acht
- wij br
acht
en
VTD - ik
heb ge
bracht
zin
: Zij
brengt
haar moeder naar het station.
7
Slide 4 - Slide
duidelijk(e) (bnw)
je begrijpt het goed
wat je goed kunt horen, zien of lezen
zin:
Het is niet
duidelijk
, ik kan het niet goed zien.
8
Slide 5 - Slide
het
eind (znw)
eind <--> begin
het is afgelopen
zin:
Op 31 december vieren we het
eind
van het jaar. Het kalenderjaar is afgelopen.
het laatste gedeelte van iets
zin:
Aan het
eind
van de film komt alles goed.
9
Slide 6 - Slide
fantastisch(e) (bnw)
heel erg goed of leuk
synoniem: geweldig, prachtig
zin
: We hebben
fantastische
buren, want ze helpen ons altijd.
10
Slide 7 - Slide
feliciteren
(ww)
iemand geluk wensen
dit werkwoord gebruik je als iemand jarig is, een baby heeft gekregen, gaat trouwen, ..
TT - ik feliciteer - jij feliciteer
t
-
wij feliciter
en
VT - ik feliciteer
de
- wij feliciteer
de
n
VTD - ik
heb
ge
feliciteer
d
zin
: Van harte
gefeliciteerd
met je verjaardag!
11
Slide 8 - Slide
De docent ......... ziek te zijn. We hadden hierdoor geen les.
6
A
bracht
B
bleek
C
feliciteerde
D
bedankte
Slide 9 - Quiz
A - Iedereen ....... eten mee naar school.
B - Wij ........ hem naar het station.
C - ........ jij dit even weg?
7
A
A - brengt B - brengen C - Brengt
B
A - brengen B - brengen C - Breng
C
A - brengt B - brengen C - Breng
D
A - brengen B - brengen C - Brengt
Slide 10 - Quiz
Schrijf een zin met het woord 'duidelijk(e)'.
8
Slide 11 - Open question
Ik ...... hem een bezoek om hem te ...........
Hij geeft een ............. feest aan het ...... van de middag.
7, 9, 10, 11
A
breng - feliciteren - fantastisch - dag
B
breng - feliciteren - fantastisch - eind
C
breng - felicieteren - fantastisch - dag
D
breng - feliciteren - fantastische - eind
Slide 12 - Quiz
11
timer
1:00
Wat zeg je als er iemand jarig is?
Slide 13 - Mind map
More lessons like this
Dag 2
April 2024
- Lesson with
13 slides
NT2
ISK
Dag 2
April 2024
- Lesson with
13 slides
NT2
ISK
Dag 2
September 2023
- Lesson with
12 slides
ISK
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
Dag 2
September 2024
- Lesson with
15 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Dag 2
April 2024
- Lesson with
15 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Dag 2
August 2024
- Lesson with
15 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Dag 1
April 2024
- Lesson with
13 slides
NT2
ISK
Dag 7 - T9 - Uiterlijk - Roze
January 2024
- Lesson with
22 slides
NT2
ISK