Er bestaan tien
cijfers: 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9
Met deze cijfers kun je alle getallen maken.
Een getal bestaat uit één of meerdere cijfers.
Voorbeelden:
Het getal 127 bestaat uit de cijfers 1, 2, 7
Met de cijfers 7 en 9 kun je de getallen 79 en 97 maken.