What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
vdw tdw bn
Werkwoordspelling
- Voltooid deelwoord
- Tegenwoordig deelwoord
- Bijvoeglijk naamwoord
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Werkwoordspelling
- Voltooid deelwoord
- Tegenwoordig deelwoord
- Bijvoeglijk naamwoord
Slide 1 - Slide
Voltooid deelwoord
Wat is het voltooid deelwoord?
Slide 2 - Slide
Voltooid deelwoord
Wat is het voltooid deelwoord?
zijn/hebben/worden + voltooid deelwoord
ik ben veranderd / ik heb gefietst ...
Slide 3 - Slide
‘t ex-kofschip
Slide 4 - Slide
‘t ex-kofschip
Kijk naar de stam.
Laatste letter stam in ‘t ex-kofschip?
Ja = t
OF
Nee = d
Slide 5 - Slide
‘t ex-kofschip
Ik ben (verhuizen)
verhui
z
Ik ben verhuis
d
Kijk naar de stam.
Laatste letter stam in ‘t ex-kofschip?
Ja = t
OF
Nee = d
Slide 6 - Slide
‘t ex-kofschip
Ik ben (verhuizen)
verhui
z
Ik ben verhuis
d
Wij hebben (werken)
wer
k
Wij hebben gewerk
t
Kijk naar de stam.
Laatste letter stam in ‘t ex-kofschip?
Ja = t
OF
Nee = d
Slide 7 - Slide
A
Goed
B
Fout - gemailet
C
Fout - gemailt
D
Fout - gemaild
Slide 8 - Quiz
Er wordt
A
Goed
B
Fout - besteet
C
Fout - besteed
Slide 9 - Quiz
Ik had ___ (beloven) hem de prijs te geven, maar hij heeft ___ (weigeren).
A
beloofd - geweigerd
B
belooft - geweigert
C
belooft - geweigerd
D
beloofd - geweigert
Slide 10 - Quiz
De kat heeft de bank kapot ___ (krabben) en nu hebben wij een nieuwe bank ___ (aanschaffen).
A
gekrabd - aangeschafd
B
gekrabt - aangeschaft
C
gekrabd - aangeschaft
D
gekrabt - aangeschafd
Slide 11 - Quiz
Tegenwoordig deelwoord
Wat is een tegenwoordig deelwoord?
Slide 12 - Slide
Tegenwoordig deelwoord
Tegenwoordig deelwoord = hele ww + d
'Op welke manier iets gebeurt of is'
lopend
,
fietsend
,
rennend
, ze zag er
stralend
uit
Slide 13 - Slide
Vdw als bijvoeglijk naamwoord
Vdw op -t of -d + e
= het gelan
d
e vliegtuig, de gekoch
t
e trui
- Let op
uitspraak
: de geple
tt
e banaan
- Zo
kort
mogelijk: het begr
ote
bedrag, de vergr
ote
foto
Vdw op -en
= zelfde: de
gebakken
aardappels
Slide 14 - Slide
Oefenen:
Tegenwoordig deelwoord
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Slide 15 - Slide
De kinderen gingen ______ (huppelen) naar school.
A
huppelend
B
huppelent
Slide 16 - Quiz
Ik kreeg de lang ________ (verwachten) poster voor het concert, maar de ______ (vermelden) datum klopt niet.
A
verwachtte - vermeldde
B
verwachtte - vermelde
C
verwachte - vermeldde
D
verwachte - vermelde
Slide 17 - Quiz
We gingen _______ (fietsen) over het _______ (verbreden) fietspad.
A
fietsent - verbrede
B
fietsend - verbrede
C
fietsent - verbreedde
D
fietsend - verbreedde
Slide 18 - Quiz
More lessons like this
2: Werkwoordspelling: (on)voltooid deelwoord, bijvoeglijk naamwoord, infinitief
November 2023
- Lesson with
41 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 5
les 4 vt, vd, ovd, bn
November 2021
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
wwspelling tt, vt vdw, gebiedende wijs en bijvoeglijk gebruik dw en ovdw
November 2024
- Lesson with
49 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
7-12-2022
December 2022
- Lesson with
12 slides
Duits
University
Pv vt en vdw
December 2022
- Lesson with
25 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Spelling - blok 1 & 2 - les 1.8, 1.9, 2.7, 2.8 en 2.10
March 2023
- Lesson with
33 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Voltooid deelwoord, tegenwoordig deelwoord en Engelse werkwoorden
December 2022
- Lesson with
24 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
H3, les 3 wwspelling tt, vt vdw, gebiedende wijs, Engelse werkwoorden en bijvoeglijk gebruik vdw
March 2022
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3