3.4: ik wil me graag voorstellen

3.4: ik wil me graag voorstellen
Aan het einde van de les kan je jezelf voorstellen aan anderen.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

3.4: ik wil me graag voorstellen
Aan het einde van de les kan je jezelf voorstellen aan anderen.

Slide 1 - Slide

de buurman
  • de man die in het huis naast je woont 
  • de buurman - de buurmannen
  • zin: De buurman helpt mij altijd in de tuin.
  • zin: De buurman praat veel.

Slide 2 - Slide

de buurvrouw/
de buurman

Henk is mijn buurman; hij woont naast mij. 

De buurman en de buurvrouw praten over de schutting met elkaar.

Slide 3 - Slide

beetje
  • niet veel
  • een klein deel
  • zin: Ik heb een beetje hoofdpijn. 
  • zin: In het glas zit nog een beetje water.

Slide 4 - Slide

het kopje/ de kopjes
Ik drink koffie uit een kopje.
de schotel / de schotels
Het kopje staat op een schotel.

Slide 5 - Slide

het koekje

Slide 6 - Slide

alleen

Slide 7 - Slide

de straat
  • een weg waar huizen langs staan
  • de straat - de straten
  • zin: In de straat staan oude huizen. 

Slide 8 - Slide

nieuw

Slide 9 - Slide

voorstellen
  • een idee hebben
  • zeggen wie je bent
  • werkwoord
  • zin: Zal ik me even voorstellen? Mijn naam is Zeynep Arslan

Slide 10 - Slide

De vorm van zijn. 
Ik    ben 
Jij   bent ,  ben jij? 
Hij/zij is  
U bent 
Wij zijn 
Jullie zijn 
Zij (meer) zijn 

Slide 11 - Slide

Wat is dit?
A
de taart
B
het koekje
C
het broodje
D
de kaas

Slide 12 - Quiz


het kopje
Woord voor woord
A
B
C
D

Slide 13 - Quiz

Waar zie je de straat?
A
B
C
D

Slide 14 - Quiz

Ik ............... thuis.
A
ben
B
bent
C
is
D
zijn

Slide 15 - Quiz