This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
De Konjunktiv
De Konjunktiv is een bijzondere werkwoordsvorm. Je gebruikt hem om je beleefd uit te drukken, ook kan je hem gebruiken om een wens uit te drukken. Het meest wordt de Konjunktiv gebruikt om aan te geven dat iets mogelijk zou zijn (geweest)
Slide 2 - Slide
Hoe maak je een Konjunktiv ?
In de meeste gevallen kun je een zou- constructie maken met een vorm van werden en een regelmatig werkwoord
Slide 3 - Slide
Voorbeelden:
Ich würde das nicht machen.
Wie würdet ihr diese Aufgabe lösen ?
Wir würden gerne ein Eis kaufen.
Slide 4 - Slide
Vormen van het werkwoord werden :
ich würde
du würdest
er, sie, es würde
wir würden
ihr würdet
sie würden
Sie würden
Slide 5 - Slide
Uitzondering
De werkwoorden: werden, haben, sein, können en mögen hebben een eigen Konjunktivvorm.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Als ik genoeg geld zou hebben, zou ik een paard kopen
Slide 8 - Open question
Zou u me dat alstublieft nog een keer uit kunnen leggen ?