Terugblik LEERDOELEN H1 + H2 + formatieve toets

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Terugblik

• Eerste wiskundeles

• Kennismaking wiskundeboek

• Startgevoel bij wiskunde

• In 6 stappen naar een voldoende voor wiskunde

Leerdoel:

oIk kan benoemen wat procent betekent.

Leerdoel:

Ik kan een deel van een geheel berekenen.

Henrico en zijn broers 

verdelen 90 euro. 

Henrico krijgt 2/5 deel. 

Hoeveel krijgt Henrico?

Henrico slaat een paal in de grond. Drie achtste deel zit onder de grond.  Het gedeelte boven de grond is 60 cm. 

Hoeveel is de totale lengte van de paal?

Leerdoel:

Ik kan een deel van een geheel berekenen.

Hoeveel procent is 1/3?

 

Hoeveel procent is 2/3?

Welke breuk hoort er bij 60%?

Leerdoelen:

Ik kan standaardbreuken omzetten in procenten en andersom.

Ik kan standaardbreuken omzetten in decimalen en andersom.

Leerdoelen:

Ik kan breuken vereenvoudigen. 

Teller er noemer niet meer deelbaar door 2 - 3 -5 -7 dan is de breuk vereenvoudigd. 

​40​​24​​

​49​​28​​

Leerdoel:

Ik kan met behulp van een rekenmachine van een breuk een decimaal getal maken en andersom.

​27​​14​​

​91​​8​​

= 1 : 2 = 0,5

Op 1 januari 2019 heeft Voordam 978 inwoners. 

In 2019 daalt het inwonersaantal met 1,9%. 

Hoeveel inwoners heeft Voordam op 1 januari 2020? 

Het minimumjeugdloon voor 15 jarigen is in vier jaar met 4,3% gestegen.

In januari 2014 was het minimumjeugdloon per maand €458,55.

Hoeveel is het minimumjeugdloon in januari 2018?

Leerdoel:

Ik kan een nieuw bedrag/aantal berekenen als de verhoging of verlaging in procenten gegeven is.

Leerdoel:

Ik weet wat btw betekent en kan ermee rekenen. 

Absolute toename =

 toename in aantallen

Relatieve toename =

 toename in procenten 

Leerdoel:

Ik kan uitleggen wat absolute toename betekent.

Ik kan uitleggen wat relatieve toename betekent.

Ik kan een percentage berekenen.

Leerdoel:

Ik kan met grote getallen in een procententabel rekenen.

Leerdoel:

Ik kan de oude situatie berekenen na een stijging of daling.

Gebruik de exponentiële formule:

uitkomst = begingetal x groeifactortijd

• Wat is het begingetal? 

175

• Bereken de groeifactor? 

100 + 4,2% = 104,2 :100 = 1,042

• Wat is de exponent?

10

• Hoeveel heeft Lisa over 10 jaar op haar rekening staan?

Leerdoel:

Ik ken de begrippen groeifactor en exponent.

Ik weet wat exponentiële toename is en weet hoe ik met de exponentiële formule kan rekenen.

Gebruik de exponentiële formule:

uitkomst = begingetal x groeifactortijd

• Wat is het begingetal? 

175

• Bereken de groeifactor? 

100 + 4,2% = 104,2 :100 = 1,042

• Wat is de exponent?

10

• Hoeveel heeft Lisa over 10 jaar op haar rekening staan?

Leerdoel:

Ik ken de begrippen groeifactor en exponent.

Ik weet wat exponentiële toename is en weet hoe ik met de exponentiële formule kan rekenen.

Gebruik de exponentiële formule:

uitkomst = begingetal x groeifactortijd

• Wat is het begingetal?

15 473

• Bereken de groeifactor?

100 - 3,7 = 96,3 : 100 = 0,963

• Wat is de exponent?

5

• Bereken hoeveel inwoners er over 5 jaar op het eiland wonen.

Leerdoel:

Ik weet wat exponentiële afname is en weet hoe ik met de exponentiële formule kan rekenen.

Bereken hoeveel inwoners  er over 5 jaar op het eiland wonen?

Teken de koers van Breskens naar Westkapelle.

Hoeveel graden is de koers van Breskens naar Westkapelle?

helemaal rond is 360

360  - 30   = 330

De koers is 330

°

°

°

°

°

Schaal

Vuistregels uit 't hoofd leren

Carl fietst van Amersfoort naar Apeldoorn.

Hoelang doet hij daar ongeveer over?

1.  afstand opmeten.

2. schaal in km (komma 5 plaatsen naar links).

3. afstand x schaal

4. afstand hemelsbreed x 1,2 (afstand over de weg).

5. afstand : 15 (fietsen 15 km/u)

6. tijd afgerond in hele en/of halve uur (ongeveer...)

• Hoogtelijnen geven je een idee van de hoogteverschillen.

• Hoe dichter de hoogtelijnen bij elkaar liggen, hoe steiler de helling.

• De maximale hoogte ligt altijd op een hoogte van het gebied binnen de hoogtelijnen - 1. 

• Knip het kaartje zo nodig uit. Draai de lijn horizontaal.
• Gebruik op de verticale as de stappen van de hoogtelijnen.
• Begin met een scheurlijn.
• Zet de titel met de eenheid bij de verticale as.
• Zet de stippen en een verticale stippellijn.
• Teken een vloeiende lijn door de punten. 

Teken vlak PCGQ op ware grootte.

Lichaamsdiagonaal CE

berekenen

Verlengde Stelling van Pythagoras

Bij aanzichten zie je geen diepte. 

Dus gebogen vlakken zijn ook vlak.

Formatief toetsen

(soeptoets)

   Toets om te leren 

     

"Hoe proeft jouw soep"?

De laatste keer "proeven" tijdens de les. 

Formatieve toets H1 + H2

• Je maakt de toets alleen.
• Je maakt de toets op een toetsblaadje.
• Je mag nu nog hulp vragen aan mevr. Thijs, maar probeer het zoveel mogelijk alleen te doen. 
• Je kijkt de toets zelf na. 

13

14

15

3 x 63,22 = € 189,66

18

19

20

21

22

23

24

25

26

Succes met oefenen!

Investeer in jezelf!