M3 2.1 29-8-2023

Welkom :)
Ga rustig zitten en pak je spullen erbij:

Boek A, Binas, schrift of map
pen, potlood, gum
rekenmachine, geodriehoek


1 / 20
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom :)
Ga rustig zitten en pak je spullen erbij:

Boek A, Binas, schrift of map
pen, potlood, gum
rekenmachine, geodriehoek


Slide 1 - Slide

Welkom :)
Ga rustig zitten en pak je spullen erbij

vraag: hoe heten de 3 fases ook alweer?

(bonus: geef een voorbeeld).

Slide 2 - Slide

Vorige keer:
lesdoelen
je kent de 3 fases

Slide 3 - Slide

Vandaag:
  • Eerst theorie. Goed luisteren + aantekeningen maken. vraag? hand opsteken
  • Checkvragen maken
  • Opdrachten maken. 
  • Controle & afsluiting
  • Eerst: waarom [onderwerp]?

Slide 4 - Slide

Het weer & deeltjesmodel
hoe ontstaat dauw?

Slide 5 - Slide

Theorie - het deeltjesmodel
  • Een stof bestaat uit moleculen (hele kleine deeltjes). 
  • Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen (bijvoorbeeld water, suiker, ijzer)
  • Het deeltjesmodel is een model wat uitlegt wat deze moleculen doen

Slide 6 - Slide

Eigenschappen van moleculen
  1. De moleculen van een stof veranderen niet
  2. De moleculen van een stof bewegen voortdurend
  3. De moleculen van een stof trekken elkaar aan 

Slide 7 - Slide

Welke 3 fasen zijn er?
  • Voorbeeld: water, ijs en stoom
  • We noemen ze:
  • vaste stof (ijs)
  • vloeistof (water)
  • gas (stoom)
  • Dit geldt voor alle stoffen! dus ook ijzer.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Deeltjesmodel
  1. Vaste stof: de moleculen zitten op een eigen, vaste plaats. Ze trillen wel op hun plek, hoe warmer hoe meer ze trillen. De aantrekking is groot
  2. Vloeistof: de moleculen bewegen langs elkaar heen. De aantrekking is kleiner.
  3. Gas: de moleculen bewegen los van elkaar. De aantrekking is erg klein!

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Hoe werkt dauw?
  • In de lucht zit waterdamp (water in gasvorm). Dit kan condenseren, in de vorm van mist of dauw.
  • Als het vriest (< 0 graden) ontstaat er geen dauw maar rijp 

Slide 12 - Slide

Opdracht

Slide 13 - Slide

Opdracht

Slide 14 - Slide

Opdracht

Slide 15 - Slide

Opdracht
Maak: opdrachten 2, 3, 7 op pagina 78-80
Werkvorm: zelfstandig, tijd
Uitdaging? opdracht 6!

Slide 16 - Slide

Opdrachten bespreken

Slide 17 - Slide

Vooruitblik volgende les
lesdoelen 2.2 - 
luchtdruk

Slide 18 - Slide

Wat heb je geleerd?

Slide 19 - Slide

Klaar?
Moeilijke opdracht klassikaal, doorlezen, anders??

Slide 20 - Slide