Semaine 3 P2 4H Cours 1
1 / 35
Lesson duration is: 50 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Vertaal: ik kies(choisir)
Slide 4 - Open question
Hij slaagt (réussir)
Slide 5 - Open question
jullie waarschuwen (avertir)
Slide 6 - Open question
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Vertaal: ik heb
Slide 9 - Open question
Vertaal: u heeft
Slide 10 - Open question
Vertaal: Marie et Laure hebben
Slide 11 - Open question
Slide 12 - Slide
Vertaal: Emilie is
Slide 13 - Open question
Vertaal: we zijn
Slide 14 - Open question
Vertaal: Arnaud et Manou zijn
Slide 15 - Open question
Vertaal nu de zin in de passé composé: we hebben gekozen (choisir)
Slide 16 - Open question
Zij (mmv) zijn opgestaan (se lever)
Slide 17 - Open question
Marie heeft zich gewassen (se laver)
Slide 18 - Open question
Slide 19 - Slide
Vertaal (de imparfait): Jij bloosde (rougir)
Slide 20 - Open question
Jullie gingen naar bed (se coucher)
Slide 21 - Open question
Ik waste me (se laver)
Slide 22 - Open question
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Vertaal (futur) : ik zal kiezen
Slide 25 - Open question
Jij zal blozen
Slide 26 - Open question
u zal moeten (devoir)
Slide 27 - Open question
Zij (vmv) zullen ontvangen (recevoir)
Slide 28 - Open question
Slide 29 - Slide
Vertaal (conditionnel): Paul zou kiezen
Slide 30 - Open question
Wij (schrijftaal) zouden moeten (devoir)
Slide 31 - Open question
Zij (mmv) zouden zich wassen (se laver)
Slide 32 - Open question
We zouden opstaan (se lever)
