Laocoön waarschuwt de Trojanen voor het gevaar van het paard; hij heeft de list van Odysseus doorzien. Als hij het paard voor het eerst ziet, zwaait hij zijn lans in de rug van het heilige gevaarte en raakt daarbij een van de Griekse soldaten in het oor. Net als hij de meerderheid van zijn stadsgenoten heeft overtuigd, wordt Sinon de stad binnen gesleept. Deze Griek is zogenaamd achtergelaten door de vertrokken Grieken, en brengt de Trojanen opnieuw aan het twijfelen, tot een gruwelijk voorteken hen van Laocoöns ongelijk overtuigt: twee slangen komen uit zee aangekropen om Laocoön en zijn zonen Antiphantes en Thymbraeus te verzwelgen.