Herhaling H6

Herhaling H6
De chemische industrie
1 / 14
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Herhaling H6
De chemische industrie

Slide 1 - Slide

Inhoud
Vloeistof-vloeistofextractie
Papierchromatografie
Blokschema's

Slide 2 - Slide

Chromatografie
Om te kijken of een mengsel zuiver is, kunnen we gebruik maken van chromatografie (chromo = kleur).


Chromatografie
Op het plaatje kun je goed zien dat niet alle gebruikte stiften zuivere stoffen bevatten. Deze methode, waarbij papier gebruikt wordt, noemen we papierchromatografie.

Slide 3 - Slide

Chromatografie
Bij papierchromatografie maak je gebruik van een loopvloeistof. In deze vloeistof lossen de stoffen uit de stift op en reizen mee omhoog door het papier.

Slide 4 - Slide

Chromatografie
Omdat de loopvloeistof kan bewegen, noemen we dit ook wel de mobiele fase (mobiel = beweeglijk). Het papier noemen we de stationaire fase (stationair = onbeweeglijk)

Slide 5 - Slide

Chromatografie
Op het rechterplaatje zie je dat de inkt uit de stift nu bestaat uit verschillende kleuren. Dit komt omdat sommige kleurstoffen langer mee kunnen reizen met de mobiele fase dan andere stoffen

Slide 6 - Slide

Rf-waarde
De afstand die een bepaalde stof kan afleggen door de loopvloeistof, zegt iets over de eigenschappen van die stof.


Rf-waarde

Slide 7 - Slide

Rf-waarde
De Rf-waarde kun je berekenen met:          (in centimeters).



Rf-waarde
BA
  • Hoe hoger de Rf-waarde, hoe beter de stof was opgelost in de loopvloeistof (mobiele fase).
  • Hoe lager de Rf-waarde hoe beter de stof hecht aan het papier
    (stationaire fase).

Slide 8 - Slide

Vloeistof-vloeistof extractie
Vloeistof-vloeistof extractie
  • Opgeloste stof uit een vloeistof halen
  • Oplosbaarheid
  • Scheitrechter

Slide 9 - Slide

Dit doe je met een scheitrechter

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

 Blokschema's I
  • Overzichtelijke weergave van een proces
  • Blok = proces (reactie, menging of scheiding)
  • Pijl = stofstroom

Slide 12 - Slide

 Blokschema's II
Een blokschema bestaat uit pijlen en blokken

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide