ComunicaciónUnidad7les4

Unidad 7; Comunicación
1 / 15
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Unidad 7; Comunicación

Slide 1 - Slide

Klassentaal even onder de aandacht brengen.
Bij binnenkomst:
  • Buenos días
  • Buenas tardes
  • ¿Cómo estás?
  • Estoy bien,gracias 
Als de bel gaat:
  • Hasta luego
  • Hasta mañana

Slide 2 - Slide

Unidad 7; Comunicación
Lesdoelen: 
  • Herhaling Wederkerende ww
  • Herhaling salir/vivir
  • Herhaling voorzetsels in combinatie met ww

Slide 3 - Slide

Unidad 7; 

Wederkerende ww in de tekst. (info blz 74)
1: Schrijf ze op. 
2: Vertaal ze naar het Nederlands met de juiste Pv
3: Vervoeg yo, nosotros, ellos, van deze Www
Extra: Salir ? welke pv? Herken je een aantal voorzetsels? Welke zijn samengevoegd?
audio1

Slide 4 - Slide

Unidad 7; Gramática
Tekst2: 
1:  Zoek de www en vertaal ze.
2: vervoeg de tú,él, vosotros van deze www
Extra: Zoek ww met vaste voorzetsels. (blz 75) 

Slide 5 - Slide

Unidad 7; Gramática
Kijk naar opdracht 2:
Er zijn 4 vraagwoorden. Weet je wat ze betekenen?

Mk opdracht 2 en 3.
Extra: Opdracht 6: De vraag in de tu-vorm vervoegen en het antwoord invullen in yo-vorm

Slide 6 - Slide

Voorzetsels
Combinaties:
Salir de --------------------- " Salgo de casa"
Volver a ---------------------- " Vuelvo a casa a las ocho"
Venir a ----------------------- " Volvemos al (a+el) instituto"
Llegar a----------------------- " Llego a la escuela a las ocho"
Ir a / en---------------------------" Voy a la biblioteca en bici"
Jugar a------------------------ " Juego al fútbol"
Jugar en -----------------------  " Juegan en el parque"
Llamar a ------------------------ " Llamo a mis amigos"

Slide 7 - Slide

Unidad 7; Gramática
Extra uitleg voorzetsels ( a, de, por, con, el)
Zoek per voorzetsel een zin op in je leergang en schrijf deze zin op. Herken je vaste combinaties? vb Tijdsaanduidingen?

Schrijf 5 zinnen op!

Slide 8 - Slide

Unidad 7; Gramática

Slide 9 - Slide

Voorzetsels 
In het Spaans gebruiken we veel voorzetsels. 
Veel werkwoorden hebben een 'vast' voorzetsel:
- ir + a (ir + en + transportmiddel)
- llegar + a
- volver + a

Let op: a + el = al / de + el = del


SP
NL
a
aan/naar/om
de
van
en
in/op
con
met
para
voor
por
via

Slide 10 - Slide

Nieuwe onregelmatige ww / ww met klinkerwisseling
salir - uitgaan/vertrekken
volver (o-ue)- terugkomen
yo
salgo
vuelvo
sales
vuelves
él/ella/usted
sale
vuelve
nosotros
salimos
volvemos
vosotros
salís
volvéis
ellos/ellas/ustedes
salen
vuelven

Slide 11 - Slide

Voorzetsels
a -------- tijd ( a las ocho, a las nueve)
                    vast voorz. van veel w.w.: ir a/ volver a/ llegar a/jugar a
                     
Paseo al perro a las ocho de la noche

Slide 12 - Slide

Voorzetsels
para------  voor  ( para mañana= voor morgen)
para+infinitief-------- om te  ( para comer= om te eten)

por---------- 's ochtend (por la mañana)
                           's middag ( por la tarde)
                           's avond ( por la noche)
OJO: de la mañana / la tarde / la noche (+ tijdstip)

Slide 13 - Slide

Unidad 7; Gramática

Slide 14 - Slide

Unidad 7; Gramática

Slide 15 - Slide