Oefening voor de toets BKR OP4

Oefening voor de toets BKR OP4
1 / 32
next
Slide 1: Slide
Basiskennis recht - examentrainingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 75 min

Items in this lesson

Oefening voor de toets BKR OP4

Slide 1 - Slide

Waaruit blijkt dat Nederland een constitutionele monarchie is?
A
De overheid is gebonden aan de wet
B
De Koning is het staatshoofd
C
De rechters zijn onafhankelijk

Slide 2 - Quiz

Een van de grondrechten is het recht op rechtsbijstand.
Van welk soort grondrecht is hier sprake?
A
Klassiek grondrecht
B
Sociaal grondrecht

Slide 3 - Quiz

Boer Janssen heeft een boerderij met koeien in Noord-Brabant. Omdat de koeien heel veel stikstof uitstoten wil de provincie Noord-Brabant de boerderij van boer Janssen kopen. Hij heeft hier helemaal geen zin in. Op een gegeven moment roept de provincie dat ze hem zullen onteigenen en dan zou hij helemaal niets meer krijgen voor zijn boerderij.
Op welk grondrechtsartikel kan boer Janssen zich beroepen?

Noteer het juiste wetsartikel.

Slide 4 - Open question

Hoe worden regels genoemd die door de overheid zijn gemaakt?

A
Gewone regels
B
Huisregels
C
Rechtsregels

Slide 5 - Quiz

Welke stap in het wetgevingsproces volgt op de ondertekening door de Koning en de minister?
A
Advies Raad van State
B
Behandeling door de Ministerraad
C
Bekendmaking in het Staatsblad

Slide 6 - Quiz

In het procesrecht geldt het beginsel van hoor en wederhoor, dus alle partijen worden gehoord.
Welke functie heeft het recht hierin?
A
Aanvullende functie
B
Geschiloplossende functie
C
Normatieve functie

Slide 7 - Quiz

In de provincie Noord-Brabant moet een nieuwe verordening komen over stikstofrechten.
Wie vaardigt deze wet uit?
A
Gemeenteraad
B
Provinciale Staten
C
Regering

Slide 8 - Quiz

Een rechter baseert zijn uitspraak op een artikel uit de overeenkomst tussen België, Nederland en Luxemburg (de Benelux).
Welke rechtsbron is van toepassing?
A
Gewoonte
B
Jurisprudentie
C
Verdrag
D
Wet

Slide 9 - Quiz

Tot welk rechtsgebied behoort het socialezekerheidsrecht?
A
Privaatrecht
B
Publiekrecht

Slide 10 - Quiz

Asmail wil zijn voornaam laten wijzigen in Ismail.
Welk recht is van toepassing?
A
Privaatrecht
B
Publiekrecht

Slide 11 - Quiz

Kai van Kuijk is voorzitter van de Stichting “De trouwe hond”.
Is “De trouwe hond” een natuurlijk persoon of een rechtspersoon?
A
Een natuurlijk persoon
B
Een rechtspersoon

Slide 12 - Quiz

Elles (13 jaar) koopt 50 oudejaarsloten voor €17,50 per stuk.
Is Elles hiervoor handelingsbekwaam?

Noteer je antwoord en leg uit.

Slide 13 - Open question

Linda Liu heeft een auto-ongeluk veroorzaakt. Het slachtoffer is Herman Grothedder, die beweert een whiplash te hebben opgelopen.
Hij wil graag € 50.000 van haar krijgen. Linda schrikt hiervan en wil weten wat haar positie is in een procedure en of zij hier zelf voor moet betalen.

Welke rechtshulpverlener kan Linda nu het beste raadplegen?


A
Bewindvoerder
B
Mediator
C
Rechtsbijstandsverzekering

Slide 14 - Quiz

Leander Biermans wil zijn huis verkopen en in eigendom overdragen aan Hanane el Kayouti.

Welke rechtshulpverlener kunnen zij het beste inschakelen?

A
Advocaat
B
Mediator
C
Notaris

Slide 15 - Quiz

Cem Öztürk is ondersteuner van advocaat Elwin Sahin.
Cem stelt vast dat in een huurzaak de Rechtbank, sector kanton bevoegd is.

Om welke soort bevoegdheid gaat het?

A
Absolute competentie
B
Relatieve competentie

Slide 16 - Quiz

Wat is de benaming van de uitspraak van de rechter in een dagvaardingsprocedure?

A
Beschikking
B
Verweerschrift
C
Vonnis

Slide 17 - Quiz

Casus Flodder
Een barbecue bij de familie Flodder is uit de hand gelopen. In eerste instantie brandde de barbecue niet goed, dus heeft Johnny Flodder een handje geholpen door wat benzine op de barbecue te gooien. Er ontstond een brand die uiteindelijk naar de buren is overgeslagen. De buren vorderen nu via de rechter schadevergoeding ter hoogte van € 75.000 in verband met herstelwerkzaamheden. 

Slide 18 - Slide

Eerste vraag casus Flodder
Wat is de benaming van de buren in deze procedure?

A
Eiser
B
Gedaagde
C
Verweerder

Slide 19 - Quiz

Tweede vraag casus Flodder:

De familie Flodder wordt door de rechter veroordeeld om € 25.000 te betalen.
De buren zijn het hier niet mee eens en gaan in hoger beroep.

Wat is de benaming van de familie Flodder in deze procedure?
A
Gedaagde
B
Gemachtigde
C
Geïntimeerde

Slide 20 - Quiz

Einde casus Flodder

Slide 21 - Slide

Het college van B&W van de gemeente Eindhoven weigert een evenementenvergunning aan Stichting Lichtstad voor het organiseren van het event “Glow”.
Stichting Lichtstad gaat hiertegen in bezwaar.
Wie beslist op het bezwaar?
A
De bestuursrechter
B
De belanghebbende
C
Het bestuursorgaan

Slide 22 - Quiz

Henry is aangehouden vanwege een verdenking van mishandeling. De politie onderzoekt de zaak. Jan krijgt meteen juridische bijstand van mr. Slaats. De zaak wordt uiteindelijk behandeld door de politierechter.
Wie spreekt de strafeis uit in deze procedure?
A
Advocaat
B
Officier van Justitie
C
Rechter

Slide 23 - Quiz

Welke rechterlijke instantie is in derde aanleg bevoegd?

A
Rechtbank sector Civiel
B
Gerechtshof
C
Hoge Raad

Slide 24 - Quiz

Wat is nodig om een kort geding te kunnen starten?
A
De advocaat van de gedaagde
B
Een conclusie van antwoord
C
Spoedeisend belang van de zaak

Slide 25 - Quiz

Eric is door de Politierechter veroordeeld tot een taakstraf van 20 uur. Hij laat het hier niet bij zitten en wil er iets tegen doen.
Welk rechtsmiddel is hier mogelijk?
A
Beroep in cassatie
B
Hoger beroep
C
Verzet

Slide 26 - Quiz

Wat is de juiste schrijfwijze van dit wetsartikel?

Het vierde lid onder a. van het tweeëntachtigste artikel van hoofdstuk acht van de Algemene wet bestuursrecht.

Slide 27 - Open question

Sigrid wil weten in welk artikel zij de definitie van maatschap in het Burgerlijk Wetboek kan vinden.

Noteer je antwoord.

Slide 28 - Open question

Sigrid wil weten vanaf welk artikel van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering het verzet in het burgerlijk proces is geregeld.

Noteer je antwoord.

Slide 29 - Open question

Wat is een grondslag van de AVG voor het verwerken van gewone persoonsgegevens?
A
Noodzakelijk voor de marketing van een bedrijf
B
Toestemming van de betrokkene
C
Toestemming van de verwerker van de gegevens

Slide 30 - Quiz

Wat is een recht van betrokkenen volgens de AVG?

A
Cassatie
B
Rectificatie
C
Verzet

Slide 31 - Quiz

Sander treedt in dienst bij AML. Naast zijn naam, adres en geboortedatum wordt ook gevraagd naar zijn bankrekeningnummer. Sander vindt dit lastig, want hij is bang dat er wellicht geld van zijn rekening wordt afgehaald. Uiteindelijk geeft hij het bankrekeningnummer toch door. ASML verwerkt dit in het personeelsdossier.
Heeft het ASML de AVG geschonden?

Noteer je antwoord en leg uit.

Slide 32 - Open question