summer energy-quiz 2023

Summer energy-quiz 2023
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Summer energy-quiz 2023

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Uiteenzetting
Beschouwing
Betoog
Argumentatiestructuur
Voor- en nadelenstructuur
Aspectenstructuur

Slide 2 - Drag question

This item has no instructions

Sleep de signaalwoorden naar de bijpassende tekstverbanden. 
opsomming
voorbeeld
tegenstelling
tijdsvolgorde
oorzaak-gevolg
voorwaarde
onder andere
bovendien
zo
toch
ten eerste
echter 
eerst
daarna
doordat
tenzij
mits
daardoor

Slide 3 - Drag question

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Wat stond er op het bordje naast de deur?

Slide 6 - Open question

10 seconden
Wat heeft de leraar die er later bijkomt in zijn hand?

Slide 7 - Open question

15 seconden
Hoofdstructuur van een tekst: zet de functies bij het juiste deel
Inleiding
Kern
Slot
Belangstelling wekken
Het onderwerp introduceren
Aankondigen hoe de tekst is opgebouwd
Aanleiding noemen
De lezer of luisteraar welwillend stemmen
Uitwerking van de deelonderwerpen
De belangrijkste informatie samenvatten
Een conclusie trekken
Een aanbeveling doen
Een afweging maken
Een oproep doen
Een uitsmijter noemen

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

Functies van de inleiding
Functies van het slot
De aandacht trekken
Het onderwerp noemen of beschrijven
De aanleiding noemen
Een conclusie geven
De centrale vraag stellen
Een samenvatting geven
Een advies geven
De mening van de schrijver geven
Een samenvatting geven

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Wat is het meest gegeten
ijsje tijdens de
Nederlandse zomer?!
A
Cornetto
B
Raketje
C
Magnum
D
Calippo

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions


Wat is het tekstdoel? Het tekstdoel van een betoog is ...
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een ''waggie''?
A
Auto
B
Poging
C
Snoepje
D
Iemand aan zijn onderbroek ophangen

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Welk land is uit de Europese Unie gestapt?
A
Turkije
B
Ierland
C
Verenigd Koninkrijk
D
Portugal

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Welke tekstvorm hoort bij het gegeven tekstdoel?
Activeren
Amuseren
Uitleggen
Informeren
Overtuigen

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Welk woord kan voor -kade en achter ijs-?
A
Punt
B
Blok
C
Streep
D
Raket

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

De tijd na je eindexamen is het mooist, want dan gaan er veel leuke dingen gebeuren: op kamers wonen, de opleiding van je dromen volgen en veel nieuwe mensen ontmoeten.
Zet alles op de juiste plek in het argumentatiestructuur.
veel nieuwe mensen ontmoeten.
De tijd na je eindexamen is het mooist,
op kamers wonen,
de opleiding van je dromen volgen
want dan gaan er veel leuke dingen gebeuren:

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions

Standpunt
Argument 1
Argument 2
Subargument
Ik ben op wereldreis.
Ze hebben allemaal hun eigen belangen voorop staan.
Politici zijn niet te vertrouwen.
Ik ga
  niet meer stemmen.

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

In welk Europees land wordt het meeste bier gedronken?
A
Rusland
B
Frankrijk
C
Spanje
D
Duitsland

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

" Kortom, dit was de herhaling over tekstverbanden en signaalwoorden"
Tekstverband?
A
Doel-middelverband
B
Vergelijkend verband
C
Samenvattend verband
D
Concluderend verband

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Feitelijk of waarderend?
De meeste schoolliefdes lopen op niets uit.
A
feitelijk
B
waarderend

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Welk woord is juist gespeld?
A
biekienietje
B
bikinietje
C
bikini-tje
D
bikini'tje

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Sleepvraag: 
Sleep de juiste inleiding naar de juiste tekststructuur
argumentatie-
structuur
aspecten-
structuur
probleem/
oplossing-
structuur
verklarings-
structuur
voor- en
nadelen-
structuur
inleiding:
stelling,
standpunt
inleiding:
samenvatting van de verschillende onderdelen
inleiding:
probleem
inleiding:
bepaald
verschijnsel
inleiding:
vraag
of 
stelling

Slide 22 - Drag question

This item has no instructions


Wat is de kernzin?
A
Jolles beschrijft recent onderzoek naar de hersenontwikkeling van jongeren.
B
Diverse studies tonen aan dat puberhersens nog niet optimaal functioneren.
C
Bij meisjes zijn de hersenfuncties voor het maken van complexe keuzes volgroeid na hun 20ste.
D
Bij jongens ligt dat gemiddelde nog een paar jaar hoger.

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Raad het liedje !

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Welk liedje hoor je?
A
Blauwe dag
B
Als het avond is
C
De overkant
D
Weg van jou

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Welk liedje hoor je?
A
Schultenbräu
B
Ich bin wie du
C
Atemlos
D
Atem in der Nacht

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Welk liedje hoor je?
A
Door de wolken kwam de zon
B
Zoutelande
C
Summerlove
D
Mijn Zomerliefde

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Hoe citeer je?
A
Ik noteer de laatste twee woorden van de tekst Ik hoef geen aanhalingstekens te plaatsen Ik zet het (de) regelnummer(s) achter het citaat
B
Ik noteer de eerste twee woorden van de tekst ik zet het citaat tussen aanhalingstekens Ik zet het (de) regelnummer(s) achter het citaat
C
Ik neem de tekst letterlijk over(evt.verkort) ik zet het citaat tussen aanhalingsteksten Ik zet het (de) regelnummer(s) achter het citaat
D
Ik neem de tekst letterlijk over(evt.verkort) Ik hoef geen aanhalingstekens te plaatsen Ik zet geen regelnummer(s) achter het citaat

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

In welke zin staat een nuancering?
A
Nu is het zo dat je niet meteen verslaafd bent als je één sigaret hebt gerookt.
B
Roken is nog veel schadelijker dan mensen denken.
C
Bovendien stinken mensen die roken uit hun mond.
D
Heb je er wel eens aan gedacht wat roken doet met je witte muren?

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

De auteur noemt argumenten die tegen de eigen argumentatie ingaan.
Welk effect is hiermee waarschijnlijk beoogd?
A
geloofwaardiger, want hieruit blijkt dat het niet de bedoeling is de lezer te misleiden.
B
Krachtiger, want door deze nuances worden mogelijke bezwaren al verworpen..
C
Minder geloofwaardig, want de stelling van de tekst lijkt hierdoor niet houdbaar maken.
D
Minder krachtig, want de tegenargumenten worden onvoldoende verworpen

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions