een mening of een feit

• Maatschappijleer
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 2

een banaan is geel

1. mening
2. feit
3. geen van beide
4. beide

vragen welk antwoord klopt

Jouw jas is mooi

1. mening
2. feit
3. geen van beide
4. beide

Samsung is de beste telefoon

1. geen van beide
2. mening
3. feit
4. beide

kip is lekker

1. feit
2. mening
3. beide
4. geen van beide

zaterdag is in het weekend

1. feit
2. mening
3. beide
4. geen van beide

wat is een mening en wat is een feit?

• quiz
• filmpje
• uitleg
• werkbladen
• evalueren

wat gaan we vandaag doen?

Vandaag hebben we het over een mening en een feit.

Eerst hebben we een korte quiz gedaan. Zo kunnen we zien hoeveel jullie al weten.

We gaan zo naar een filmpje kijken en daarna geef ik kort wat uitleg.

Na de uitleg gaan we zelfstandig werken met de werkbladen.

Aan het einde kijken we wat jullie hebben geleerd.

het gebaar "mening"

Doorpraat-vraag

Je mening is hoe je over iets denkt, wat je van iets vindt. 

Je hebt het recht om te zeggen wat je wilt. Het is ook de
bedoeling dat er naar je mening geluisterd wordt. 

• Wat vind je daarvan?
• Heb je het gevoel dat er naar jouw mening geluisterd wordt?

Geef jij wel eens je mening?

vragen aan de leerlingen of zij wel eens hun mening geven. 

Vragen aan de leerlingen of zij een voorbeeld kunnen geven van een (eigen) mening?

Doordenk-vraag

Moet je je mening altijd zeggen?

Doe-vraag

Hoe zeg je op een goede manier wat je van iets vindt?

Stel je vindt het nieuwe kapsel van je vriend of vriendin niet mooi. Bedenk drie manieren om hier je mening

over te geven. Bedenk ook dat je misschien wel niets hoeft te zeggen

een mening is:

• Aangeven wat jij vindt. Een ander kan hier heel anders over denken.
  
• Je gedachte ergens over uitspreken
• Met een mening kun je het eens of oneens zijn.
  
• Een mening kun je onderbouwen met argumenten.
  
• Meningen hoeven niet waar te zijn.
  

Voorbeelden:

De trui van Nienke is erg mooi. Ik vind die televisie erg duur. ​De vakantie duurt veel te kort.

wat is een feit?

• Kun je bewijzen of controleren.
  
• Kun je opzoeken.
  
• Iets wat zeker is gebeurd of dat echt waar is.
  
• Een ander kan hier niet anders over denken.
  
• Het is zo.

Voorbeelden: 

Het is 13 graden buiten. Het is vandaag woensdag. De televisie kost €800.

https: