Impro #3 (3)

• Drama
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

beamer

stijn  manoah  boaz  marijn  kas  franco  sem  thomas 

merel  thari  ruben  milan  rick   elianne  joëlle  iris  liv  kirsten

amare  marije  dorien  kalijn  levi  kars  bram  maël  axel  stefanie  zara 

beamer

sabine jeanne liora lisa emma noor lucia iris

aron l daniel renske manouk fleur anne jan manuel lucie talitha heleen

sander niek lucas laurens mark bram karst auke aron h  

VORIGE KEER

WIE WAT WAAR DEFINIËREN

Lesdoelen

Ik kan uitleggen wat streven en motief inhoudt. 

Ik kan uitleggen wat subacties zijn. 
Ik kan verschillende subacties herkennen in zinnen en vanuit een impro-scène.

Ik kan subacties gebruiken om mijn streven (proberen) te bereiken in een scène.

Hoe krijg jij je zin?

Uitleg

Subacties 

Wat wil jij van de ander (streven) 

en waarom (motief)?

Hoge en lage status

Hoge status

Beleefd:

VB: vragen, beargumenteren

Straffen: 

VB: dreigen, bevelen

Samen: 

VB: deal sluiten, chanteren

Lage status

Slijmen

VB: complimenteren, verleiden

Agressief

VB: boos worden, dreigen

Ontwijken

VB: afleiden, over iets anders beginnen

Verschillende subacties

 Vragen

Commanderen

Schreeuwen

Huilen

Slijmen

Dreigen

Smoesjes verzinnen

Afleiden

Beleefd zijn 

(Weg)lachen

Redeneren

Alternatieven verzinnen

Dreigen

Deal sluiten (compromis) 

De politie bellen

Zwijgen
Verleiden

'Oké, dan is alleen afdrogen ook goed. Maar dan wil ik je niet meer horen over dat feestje, goed?'

1. Ontwijken
2. Samen
3. Agressief
4. Slijmen

'Wow, mam! Wat zit je haar goed. Ik had een vraagje...'

1. Slijmen
2. Straffen
3. Agressief
4. Beleefd

'Ik mag hier ook nooit wat! Als ik nu niet... dan...'

1. Slijmen
2. Agressief
3. Straffen
4. Samen

'En nu heel snel hier komen, anders kun je dat feestje wel op je buik schrijven!'

1. Samen
2. Agressief
3. Straffen
4. Ontwijkend

Welke dingen hebben de spelers letterlijk gezegd om de wie, wat, waar en wanneer te definiëren?

Wat is het streven van Isabelle?

1. Ze wil dat Sanne haar geld geeft
2. Ze wil dat Sanne stopt met exposeren
3. Ze wil dat Sanne toegeeft dat de kunstwerken van haar zijn
4. Er is geen duidelijk streven

Waarom wil Sanne geld verdienen
aan Isabelles werk?

1. Omdat hij haar stom vindt
2. Omdat hij zelf geen inspiratie had
3. Anders zou hij zijn positie verliezen bij de galeriehouder
4. Omdat hij miljonair wil worden

Wie speelt de hoge status?

1. Isabelle
2. Sanne (de man)

Bij welke subactie hoort dit citaat?
'Help me nou even, ... jij kan buiten kaders denken... ik heb dat talent niet!'

1. Ontwijken
2. Samen
3. Agressief
4. Slijmen

Bij welke subactie hoort dit citaat?

'Er is geen "we" meer als je dit doet hè'

1. Ontwijken
2. Straffen
3. Agressief
4. Beleefd

Bij welke subactie hoort dit citaat?
'Oh, deze heb ik nooit gezien, huh?'

1. Samen
2. Straffen
3. Beleefd
4. Ontwijkend

WIE-WAT-WAAR-CIRKEL

Maak duo's. Spreek af wie nummer 1 is, wie 2.

WIE-WAT-WAAR-CIRKEL

Straks probeer je zo snel mogelijk te definiëren wie jullie zijn, wat er aan de hand is en waar jullie zijn in een mini-scène.

Je lost het probleem ook op, één van de twee krijgt dus z'n zin of jullie sluiten een 'deal'. 

Jouw beurt! 

Het rad bepaalt...

Lesdoelencheck

Ik kan uitleggen wat streven en motief inhoudt. 

Ik kan uitleggen wat subacties zijn. 
Ik kan verschillende subacties herkennen in zinnen en vanuit een impro-scène.

Ik kan subacties gebruiken om mijn streven (proberen) te bereiken in een scène.