Impro #6

beamer

seth stefan eline lois atsupi tara rutger corné 

 X maurits tijmen max marijn vera rachel grace stijn tomas

X bernoud  levi  rens  louise  eva  noa  flore  laura  joel  job  X
1 / 16
next
Slide 1: Slide
DramaMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

beamer

seth stefan eline lois atsupi tara rutger corné 

 X maurits tijmen max marijn vera rachel grace stijn tomas

X bernoud  levi  rens  louise  eva  noa  flore  laura  joel  job  X

Slide 1 - Slide


beamer


 anna m  anna r  nieke  ellemieke  alexander  daan  floryan  thobian 

X  jeroen  daniel  nathan  mart  ezra  bente  anne-maartje  jonne  X

X  carmen  rhodé  rosalie  elena  jet  floortje  loes  marlou  zara  naomi  anniek 

Slide 2 - Slide

VORIGE KEER

SUBACTIES

Slide 3 - Slide

Wat is een streven?

Slide 4 - Slide

Wat is een motief?

Slide 5 - Slide

Wat is een subactie?

Slide 6 - Slide

Hoge status

Beleefd:
VB: vragen, beargumenteren

Straffen: 
VB: dreigen, bevelen

Samen: 
VB: deal sluiten, chanteren

Lage status

Slijmen
VB: complimenteren, verleiden

Agressief
VB: boos worden, dreigen

Ontwijken
VB: afleiden, over iets anders beginnen

Slide 7 - Slide

Vragen
Commanderen
Schreeuwen
Huilen
Verleiden
Slijmen
Dreigen
Smoesjes verzinnen
Afleiden
Lachen
Beleefd zijn
Manipuleren
Redeneren
Alternatieven verzinnen
Ontwijken (over iets anders beginnen)
Deal sluiten (compromis)
De politie bellen
Zwijgen
Chanteren

Slide 8 - Slide

Lesdoelen

Ik kan een scène vanuit handeling starten.
Ik kan de wie, wat, waar en wanneer definiëren in een scène door te benoemen of uit te beelden.
Ik kan subacties gebruiken om mijn streven (proberen) te bereiken in een scène.
Ik kan een logische reden verzinnen om af te gaan in de scène en deze ook inzetten om de scène af te ronden.

Slide 9 - Slide

Uitleg: af met een reden
Een scène moet worden afgerond. Dat doe je met een reden, zodat de scène niet zomaar wordt afgekapt als het conflict is opgelost. Eén, of beide personages verlaten de vloer aan het eind van de scène met een logische reden.

Slide 10 - Slide

Oefenen
Je krijgt van mij steeds een wie of waar. Daarbij krijg je ook te horen wie er hoge/lage status speelt en wat je wil (streven) in de scène.

Slide 11 - Slide

Vragen
Commanderen
Schreeuwen
Huilen
Verleiden
Slijmen
Dreigen
Smoesjes verzinnen
Afleiden
Lachen
Beleefd zijn
Manipuleren
Redeneren
Alternatieven verzinnen
Ontwijken (over iets anders beginnen)
Deal sluiten (compromis)
De politie bellen
Zwijgen
Chanteren

Slide 12 - Slide

Jouw beurt! 
Het rad bepaalt...

Slide 13 - Slide

Vragen
Commanderen
Schreeuwen
Huilen
Verleiden
Slijmen
Dreigen
Smoesjes verzinnen
Afleiden
Lachen
Beleefd zijn
Manipuleren
Redeneren
Alternatieven verzinnen
Ontwijken (over iets anders beginnen)
Deal sluiten (compromis)
De politie bellen
Zwijgen
Chanteren

Slide 14 - Slide

Volgende week
Improvisatie 'presentaties'.
Van tevoren weet je niet met wie je speelt, zodat je niet kunt voorbereiden. Individueel cijfer, telt 2x mee.

Slide 15 - Slide

Lesdoelencheck

Ik kan een scène vanuit handeling starten.
Ik kan de wie, wat, waar en wanneer definiëren in een scène door te benoemen of uit te beelden.
Ik kan subacties gebruiken om mijn streven (proberen) te bereiken in een scène.
Ik kan een logische reden verzinnen om af te gaan in de scène en deze ook inzetten om de scène af te ronden.

Slide 16 - Slide