6.2

Thema 6
6.2 chromosomen en genen
1 / 31
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Thema 6
6.2 chromosomen en genen

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • absentie en huiswerk controle 
  • toets bespreken
  • herhaling basisstof 1 dmv lessonup
  • Uitleg BS 2
  • Aan de slag

Slide 2 - Slide

Even herhalen van les 1
Hoe noemen we alle uiterlijke eigenschappen van een organisme?
A
Fenotype
B
Genotype

Slide 3 - Quiz

Wat is het genotype?
A
Alle eigenschappen van een organisme
B
Alle informatie over erfelijke eigenschappen

Slide 4 - Quiz

6.2 Chromosomen en genen

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Chromosomen
Dit zijn lange dunne draden die door elkaar liggen in je lichaamscellen. Chromosomen bevatten je erfelijke eigenschappen --> DNA.
Lichaamscellen : vb; huidcellen, spiercellen ect
- Mens heeft 46 chromosomen 
- Chromosomen liggen in paren
- Dus de mens heeft 23 chromosoom paren

Slide 7 - Slide

Chromosomen

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

celdeling

Slide 13 - Slide

Geslachtscellen ontstaan door een speciale celdeling. Elke geslachtscel krijgt één chromosoom van elk paar. 

Van een lichaamscel van een man zijn drie chromosomenparen getekend. De twee genen van een paar zijn verschillend gekleurd, zodat je het verschil kunt zien.
Van deze chromosomenparen komt telkens één chromosoom in een zaadcel terecht. Welk van beide chromosomen in een zaadcel terechtkomt, hangt af van het toeval.

Je ziet dat er veel verschillende mogelijkheden zijn. Bij een vrouw ontstaan de eicellen op dezelfde manier.

Slide 14 - Slide

bevruchting

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Het uiterlijk van een organisme noemen we
A
Genotype
B
Fenotype

Slide 18 - Quiz

Uit welke stof bestaan chromosomen?
A
DNA
B
Genen
C
Mutaties
D
Draden

Slide 19 - Quiz

Mathilde laat een permanentje zetten bij de kapper. Verandert hierdoor haar genotype en haar fenotype?
A
genotype wel fenotype niet
B
genotype niet fenotype wel
C
genotype niet fenotype niet
D
genotype wel fenotype wel

Slide 20 - Quiz

Chromosomen liggen in de celkern
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

De informatie voor de erfelijke eigenschappen noemen we
A
Genotype
B
Fenotype

Slide 22 - Quiz

De uiterlijke kenmerken van een organisme noemen we
A
Genotype
B
Fenotype

Slide 23 - Quiz

In geslachtscellen komen chromosomen
A
enkelvoudig voor
B
in paren voor

Slide 24 - Quiz

Hoe heten de cellen van ons lijf?
A
geslachtscellen
B
lichaamscellen
C
bloedcellen

Slide 25 - Quiz

Waar ligt de erfelijke informatie?
A
In elke cel van ons lichaam
B
In sommige cellen
C
Alleen in de cellen die het nodig hebben

Slide 26 - Quiz

Hoeveel chromosomen heeft de mens?
A
12
B
23
C
46
D
48

Slide 27 - Quiz

Hoeveel chromosoomparen heeft de mens
A
12
B
23
C
46
D
24

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Link

Huiswerk
Lezen  6.2
Kgt= 1 tm 9 (4,8 overslaan)
bb= 1 tm 9

Slide 30 - Slide

Wat hebben we
geleerd vandaag?

Slide 31 - Mind map