HEY 3 Afsluiting

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Afsluiting H3

Een indeling van stoffen

Moleculaire stoffen zijn opgebouwd
uit niet-metalen.

Metalen zijn opgebouwd uit metalen.

Zouten zijn opgebouwd uit een 

metaal en een niet-metaal.

Geleidbaarheid van stoffen

• Metalen geleiden in vaste en vloeibare toestand.
• Zouten geleiden alleen in vloeibare toestand.
• Moleculaire stoffen geleiden niet.

Metaalrooster

Metaalrooster

Ionrooster

Molaire massa

De molaire massa is de massa van een molecuul.

Te berekenen door de massa van alle atomen op te tellen. 

Schrijf over en bewaar :-)

Aantal gram / Molaire massa = aantal mol

Aantal mol x Molaire massa = aantal gram

Naam, formule en structuurformule

Naam                           Formule                                 Structuurformule

water

alkanen in structuurformules

Een molecuulformule kun je 

omzetten in een structuurformule

Je geeft schematisch aan 

hoe een molecuul in elkaar zit

Structuurformule

Geef de structuurformule van H₂S

                                                                                                                  

Atoomsoort	Covalentie
H	1
F, Cl, Br, I	1
O, S	2
N, P	3
C, Si	4

Je moet aan de hand van de covalentie een kloppend molecuul kunnen tekenen.

Je moet adhv een getekend molecuul kunnen bepalen wat de covalentie van een atoom is.

Molverhouding

Molverhouding:

Al : O₂ : Al₂O₃

4  :   3   :    2

De molverhouding zie je terug in de coefficienten!! Dus een kloppende reactievergelijking is super belangrijk!

1. vast en vloeibaar: vrije-elektronen kunnen altijd vrij bewegen
2. Vast: metaalionen hebben bewegingsvrijheid vloeibaar: vrije elektronen kunnen vrij bewegen
3. vast: vrije elektronen kunnen vrij bewegen vloeibaar: vrije elektronen en metaalionen kunnen vrij bewegen
4. metalen geleiden toch niet?

Je lost 1,42 mol glucose op in 3,50 liter water. Bereken de molaiteit van de oplossing.

1. 0,4 M
2. 2,5 M
3. 0,406 M
4. 2,46 M

De ionbinding ontstaat tussen een negatief- en positief ion

1. Onjuist
2. Juist

De molaire massa van Fe₂O₃ is 159,69 g/mol.

Hoeveel weegt 3,53 mol ijzeroxide?

1. 45,2 g
2. 106 g
3. 226 g
4. 564 g

Welk deeltje heeft een ionbinding?

1. F2
2. NaCl
3. Fe
4. Fe + Cr

Een covalente binding ...

1. kan alleen gevormd worden tussen edelgassen
2. wordt gevormd door een gemeenschappelijk elektronenpaar
3. wordt bepaald door het aantal elektronen in de K-schil
4. kan alleen bij atomen die lijken op edelgassen

Van gram naar mol, dus ...... de molaire massa.

1. delen door
2. vermenigvuldigen met

Is dit een moleculaire stof?

1. Ja
2. Nee

Een moleculaire stof bestaat uit:

1. Metaalatomen
2. Niet-metaalatomen
3. Metaalatomen en niet-metaalatomen
4. Edelgassen

Covalenties; de covalentie van koolstof is

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

De covalentie van Br is dus 1.
Wat is de covalentie van N?

1. 3
2. 4
3. 5
4. 6

Wat is de covalentie?

1. Hoeveel bindingen een atoom aangaat
2. De lading die het ion krijgt
3. Het aantal schillen van het atoom
4. Het aantal elektronen in de buitenste schil

Het metaalrooster is.. ...

A

B

1. afbeelding A
2. afbeelding B
3. Geen van beide

Geef de naam van het kristalrooster van een zout.

1. Metaalrooster
2. Molecuulrooster
3. Zoutrooster
4. Ionrooster

Bij een chemische reactie worden atoombindingen verbroken

1. waar
2. niet waar

Wat is een andere naam voor atoombinding?

1. Molecuulbinding
2. Ionbinding
3. Metaalbinding
4. Covalante binding

Aan de slag

Maken opdrachten afsluiting H3

Voorbereiding SO vrijdag