Formuleren en woordenschat 4 (2)

Nederlands
Donderdag 25 januari 
3e lesuur 09.45-10.30

1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands
Donderdag 25 januari 
3e lesuur 09.45-10.30

Slide 1 - Slide

Programma
1. Lezen 
2. Uitleg 
3. Aan de slag (met werk naar keuze)
4. Afsluiten

Slide 2 - Slide

Lezen
Pak je boek en ga lekker lezen! 

Slide 3 - Slide

Dan nu door naar de uitleg.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Vandaag gaan we aan de slag met woordenschat en gaan we verder met P2 van Formuleren. 


Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Voor vandaag maak je:

De opdrachten van P. 2 verwijzen naar personen en dingen af. 
Dit mag uit je boek op blz. 216, of via de iPad. 
Voor vandaag maak je: 

De oefeningen van woordenschat P.4 
Schooltaalwoorden


Kies zelf wat je fijn vindt om te maken tijdens de les. 

Slide 8 - Slide

Afsluiten
Vervang in de tweede en derde zin zelfstandig naamwoorden door verwijswoorden.

1. In het orkest blaast een fluitist. 2. De fluitist heeft een kleine rol. 3. De fluitist staat achteraan.

Slide 9 - Slide

In het orkest blaast een fluitist. Die / Hij / Deze heeft een kleine rol. Hij staat achteraan.

Slide 10 - Slide





Circa betekent:



1. dat wil zeggen 
2. ongeveer
3. centimeter

Slide 11 - Slide

Dat was het voor vandaag!
Goed gewerkt toppers!

Slide 12 - Slide