Proeftoets grammatica HAVO 3

Proeftoets grammatica HAVO 3
1 / 28
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Proeftoets grammatica HAVO 3

Slide 1 - Slide

FUTUR PROCHE

Slide 2 - Slide

FUTUR SIMPLE

Slide 3 - Slide

Il FAUT

Slide 4 - Slide

Le pluriel

Slide 5 - Slide

L'adjectif

Slide 6 - Slide

L'adverbe

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Maak een zin met ...

avons - à Lyon - des amis français - pendant les vacances - nous - rencontré

Slide 9 - Open question

Maak een zin met ...

vais - l'année prochaine - un stage - à Disneyland Paris - je - faire

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Maak de vraag op een andere manier vragend

Tu regardes souvent Netflix?

Slide 12 - Open question

Maak de vraag op een andere manier vragend

Olivier va venir à Rotterdam?

Slide 13 - Open question

Maak de vraag op een andere manier vragend

Il a trouvé ses clés?

Slide 14 - Open question

mots interrogatifs

Slide 15 - Slide

Vertaal het vraagwoord dat (tussen haakjes) staat

(Wie) est-ce?

Slide 16 - Open question

Vertaal het vraagwoord dat (tussen haakjes) staat

Ça coûte (hoeveel)?

Slide 17 - Open question

Vertaal het vraagwoord dat (tussen haakjes) staat

(Wanneer) viens-tu?

Slide 18 - Open question

Qui of Que ?

Slide 19 - Slide

Wat is goed?
A
Qu'est- ce qui tu fais?
B
Qu'est-ce que tu fais?

Slide 20 - Quiz

Wat is goed?
A
Qu'est-ce qui se passe?
B
Qu'est-ce que se passe?

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

COD & COI

Slide 23 - Slide

Kies uit ... tout / tous / tout le / toute la / tous les / toutes les

Ma soeur a ... mangé

Slide 24 - Open question

Kies uit ... tout / tous / tout le / toute la / tous les / toutes les

Elle vient .... semaines.

Slide 25 - Open question

Kies uit ... tout / tous / tout le / toute la / tous les / toutes les

..... classe est rentrée

Slide 26 - Open question

Kies uit ... tout / tous / tout le / toute la / tous les / toutes les

Tu as vu .... film?

Slide 27 - Open question

Kies uit ... tout / tous / tout le / toute la / tous les / toutes les

Ils sont ... là.

Slide 28 - Open question