In deze korte weektaak gaan jullie (1) een filmpje bekijken over " Corona-regels voor kinderen in verschillende landen", (2)
en(3) opdrachten uit je werkboek maken.
Herzlich willkommen
1 / 23
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2
This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Weekopdracht 20
Liebe Schüler,
In deze korte weektaak gaan jullie (1) een filmpje bekijken over " Corona-regels voor kinderen in verschillende landen", (2)
en(3) opdrachten uit je werkboek maken.
Herzlich willkommen
Slide 1 - Slide
Weekopdracht 20
(maandag 11 mei t/m zondag 17 mei)
Liebe Schüler,
In deze weektaak gaan jullie (1) een filmpje bekijken over " Corona-regels voor kinderen in verschillende landen", (2)woorden herhalen(3) iets over 'een andere taal' (lichaamstaal) lerenen(4) opdrachten uit je werkboek maken.
Slide 2 - Slide
https:
Slide 3 - Link
Welche drei Länder werden im Film genannt?
Slide 4 - Open question
Wo sind die Schulen nicht geschlossen?
A
in Deutschland
B
in den Niederlanden
C
in Spanien
D
in Schweden
Slide 5 - Quiz
Wo dürfen die Kinder am 26.April wieder eine Stunde nach draußen?
A
in den Niederlanden
B
in Schweden
C
in Spanien
D
in Italien
Slide 6 - Quiz
Wo streiten sich die Kinder viel?
A
in Schweden
B
in den Niederlanden
C
in Spanien
D
in Deutschland
Slide 7 - Quiz
Was bedeutet "einschränken" eigentlich auf Niederländisch?
Slide 8 - Open question
Wo dürfen die Kinder wieder Sport treiben?
A
in Spanien
B
in Schweden
C
in den Niederlanden
D
in Deutschland
Slide 9 - Quiz
Woordjes herhalen (Lernliste Kapitel 8)
Slide 10 - Slide
dürfen
tragen
wissen
können
anhaben
stehen
möchten
müssen, sollen
getragen
wollen
aussehen
ausgesehen
mögen
aan hebben
dragen
eruitzien
kunnen
moeten
leuk vinden, lusten
eruitgezien
mogen
staan
weten
willen
willen (beleefd)
gedragen
Slide 11 - Drag question
grappig
te groot
blond
sportief
gekleurd
te klein
nieuw
blond
bunt
lustig
neu
sportlich
zu groß
zu klein
Slide 12 - Drag question
het werk
belangrijk
anders
trots
laten zien
het sieraad
verschillende
de kleding
vlakbij
vertellen
in plaats van
der Schmuck
sonst
in der Nähe von
die Klamotten
die Arbeit
wichtig
zeigen
statt
erzählen
verschiedene
stolz
Slide 13 - Drag question
het doel
omdat
betekenen
het vuilnis
deels
tijdens
het lichaam
het verschil
in totaal
zelfs
iets
der Müll
der Körper
weil
etwas
sogar
das Ziel
insgesamt
während
bedeuten
der Unterschied
teilweise
Slide 14 - Drag question
Hoe vond je het gaan?
A
heel goed
B
goed
C
moeilijk
D
redelijk
Slide 15 - Quiz
Wat heb jij ervan geleerd?
Slide 16 - Open question
Hoe ben jij aan het werk gegaan?
Slide 17 - Open question
Wat ga jij doen om deze leerstof beter onder de knie te krijgen?
Slide 18 - Open question
Lesen
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Deine Körpersprache = lichaamstaal
Nu ga je online naar opdracht 14 en je maakt deze opdracht met behulp van de tekst.
Daarna maak je oefening 15, 16 en 17
Tot slot: Leer en herhaal de Lernliste op 98 en 99 heel goed!