H5 paragraaf 1

5.1 De invloed van de Golfstroom
1 / 26
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

5.1 De invloed van de Golfstroom

Slide 1 - Slide

Vandaag
1. Ga naar www.learnbeat.nl en log in met je SOMtoday account. 
2. Lees de tekst van paragraaf 3.2 De invloed van de Golfstroom
3. Bekijk daarna deze Lessonup voor extra ondersteunende uitleg
4. Maak op Learnbeat de B opdrachten.      En in werkboek B hoofdstuk 5.1 de inkleuropdrachten 
5. Klaar? Kijk je opdrachten na op Learnbeat. 


Vragen? Stuur een bericht naar je docent op SOMtoday! 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Slide 14 - Slide

In het vorige hoofdstuk heb je ongemerkt al drie manieren geleerd waardoor er verschillende klimaten ontstaan. 

In de volgende sleepvraag krijgen jullie de opdracht om de juiste combinaties te maken tussen drie bekende klimaten en drie bekende ontstaanswijzen. Succes! 
Oefening

Slide 15 - Slide

Ontstaat doordat zonnestralen hier schuin op het aardoppervlak vallen. Hierdoor moet er een groot oppervlakte worden verwarmt en is de temperatuur bijna het hele jaar door erg laag. 
Ontstaat door een tekort aan neerslag. In deze gebieden valt steeds minder neerslag doordat lucht daalt en opwarmt. 
Ontstaat doordat zonnestralen hier loodrecht op het aardoppervlak vallen. Hierdoor moet er een klein oppervlakte worden verwarmt en is de temperatuur bijna het hele jaar ongeveer 25 graden Celsius. Er valt veel neerslag. 
Droog klimaat
Tropisch klimaat
Droog klimaat

Slide 16 - Drag question

Herhaling 
Meer herhaling over de lesstof van vandaag nodig? Klik dan hier om naar een extra herhalingsles toe te gaan
Geen herhaling meer nodig? Ga dan in werkboek B aan de slag met je opdrachten van 5.1 (op Learnbeat 3.2, maar liever in je werkboek)

Slide 17 - Slide

Oefening
Test hier je eigen kennis over deze les! 

Slide 18 - Slide

De temperatuurverschillen in Europa worden onder meer veroorzaakt door de breedteligging.
A
Op hoge breedte is het koud, op lage breedte is het warm.
B
Op hoge breedte is het warm, op lage breedte is het koud.
C
Op hoge breedte is het koud, op lage breedte is het koud.
D
Op hoge breedte is het warm, op lage breedte is het warm.

Slide 19 - Quiz

Het grootste deel van Europa ligt in de...
A
Tropen
B
Subtropen
C
Poolstreken
D
Gematigde zone

Slide 20 - Quiz

In het noorden van Europa zijn temperaturen het hele jaar door warm.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

De breedteligging veroorzaakt temperatuurverschillen. Er is nog een oorzaak van temperatuurverschillen in Europa.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

Langs de Noordzee en de Atlantische Oceaan is het ........ in de winter dan in het binnenland van Europa
A
Warmer
B
Kouder

Slide 23 - Quiz

Voor welk seizoen is deze uitspraak waar?

Nina zegt: ‘Door de warme zeestroom is de temperatuur in West- en Noord-Europa gemiddeld lager dan in het binnenland’.
A
De winter
B
De zomer
C
De winter en de zomer
D
Elk seizoen: de zomer, winter, lente en herfst

Slide 24 - Quiz

Op de foto zie je het Noorderlicht. Dat verschijnsel is op heldere dagen te zien tijdens de poolnacht.

Kies het juiste antwoord.
A
Midzomernacht is een periode in de zomer in de poolstreken waarin de zon niet opkomt.
B
De poolnacht is een periode in de winter waarin in de poolstreken de zon niet opkomt.
C
De poolnacht is één nacht in de winter waarin in de poolstreken de zon niet ondergaat.
D
Midzomernacht is één nacht in de zomer in de poolstreken waarin de zon niet opkomt.

Slide 25 - Quiz

Afronden
4. Maak op Learnbeat de B opdrachten. En in werkboek B hoofdstuk 5.1 de inkleuropdrachten 
5. Klaar? Kijk je opdrachten na op Learnbeat. 


Vragen? Stuur een bericht naar je docent op SOMtoday!
Veel succes!  

Slide 26 - Slide