De begrippen dominant, recessief, heterozygoot, homozygoot.
Een eenvoudige monohybride kruising uitwerken.
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2
This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Vandaag
Wat is de kans dat ik een eigenschap erf?
Leerdoelen:
De begrippen dominant, recessief, heterozygoot, homozygoot.
Een eenvoudige monohybride kruising uitwerken.
Slide 1 - Slide
Genenpaar
Het gen van de vader en het gen van je moeder vormen samen een chromosomenpaar. Een gen zegt iets over de welke erfelijke eigenschap (oogkleur) op het chromosoom staat.
Alle is de informatie wat op het gen staat.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Homozygoot & Heterozygoot
Per eigenschap heb je 2x informatie op het gen staan.
Is deze informatie gelijk, dan ben je homozygoot voor deze eigenschap.
Is deze informatie op het gen ongelijk, dan ben je heterozygoot voor deze eigenschap
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Gensymbolen
Eigenschappen benoem je met een letter
Dominante eigenschappen HOOFDLETTER (A)
Recessieve eigenschappen kleine letter (a)
2 dezelfde letters - homozygoot
2 verschillende letters - heterozygoot
Slide 6 - Slide
Gensymbolen
Als je homozygoot bent voor deze eigenschap heb je dus:
- of AA
- of aa
Als heterozygoot heb je dan:
- Aa
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Homozygoot
Slide 9 - Slide
Heterozygoot
Slide 10 - Slide
Een gen heeft 2 varianten: R en r
-Schrijf het genotype op van een homozygoot - Schrijf het genotype op van een heterozygoot
Slide 11 - Open question
Dominant of Recessief
Het gen dat het sterkst is, bepaalt welke eigenschap jij krijgt.
Dat gen noem je dominant.
De eigenschap die niet zichtbaar wordt, noem je recessief.
.
Slide 12 - Slide
Dominant of Recessief
Wanneer iemand het dominante gen B heeft, zal deze persoon zwart haar hebben. we noteren dit als:
B = zwart haar = dominant
b = blond haar = recessief
Ook als hij heterozygoot (Bb) is.
Het gen voor zwart haar is Dominant
Slide 13 - Slide
Bij cavia's is kort haar (R) dominant over lang haar (r)
-Wat is het genotype van een cavia met lang haar?
A
RR
B
rr
C
Rr
Slide 14 - Quiz
Bij cavia's is kort haar (R) dominant over lang haar (r)
-Welke genotypes kan een cavia met kort haar hebben?
A
RR of Rr
B
rr of Rr
C
Rr
Slide 15 - Quiz
Hoe los jezelf een kruisingsvraag op?
Je weet de begrippen die nodig zijn voor het oplossen van een kruisingsvraag.
Je volgt het stappenplan van de volgende dia.
Slide 16 - Slide
Belangrijke afkortingen
P: oudergeneratie (parentes = ouders)
F1: 1e generatie nakomelingen (Filii = kinderen)
F2: 2e generatie nakomelingen. Deze ontstaat doordat de F1 zich onderling voortplant
Slide 17 - Slide
Stappenplan kruisingsschema
Noteer fenotype P
Noteer genotype P
Noteer mogelijke genotypen geslachtscellen
Zet dit in een kruisingsschema
Vul dit in
Lees nogmaals goed wat er gevraagd wordt en geef antwoord
Slide 18 - Slide
Kruising: Zwart koe X rode stier
P Fenotype: Zwart X Rood
P genotype: AA X aa
Zwartekoe X Rode koe
Slide 19 - Slide
Een kruisingsschema
Slide 20 - Slide
- Stel de kortharige cavia is heterozygoot.
P = Genotype x Genotype
Slide 21 - Slide
Hoe zien de jonkies eruit? Stap 1
P= Rr x rr
Slide 22 - Slide
Stap 3: kruisingsschema
Slide 23 - Slide
Stap 2: welke geslachtscellen kunnen ze maken?
Rr x rr R of r r
Slide 24 - Slide
Stap 4: conclusies
Jonkies worden F1 genoemd. Je schrijft op wat de verhouding is in het fenotype van de jongen
Slide 25 - Slide
De jongen: F1
F1 1/2 kortharig en 1/2 langharig
verhouding: Kort 1 : 1 lang
Slide 26 - Slide
Aantekening:
Stap 1: genotype x genotype
Stap 2: welke geslachtscellen kunnen ze maken Stap 3: kruisingsschema met mogelijke geslachtscellen Stap 4: conclusie voor F1
Slide 27 - Slide
Checkvraag
Werk het volgende vraagstuk in tweetallen uit:
2 cavia's zijn heterozygoot voor de kleur van de vacht.
Zwart (Z) is dominant over bruin (z). Hoe zullen hun nakomelingen eruit zien?