Leestoets 4

Lezen in je boek!
timer
15:00
Lekker lezen in je boek

1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lezen in je boek!
timer
15:00
Lekker lezen in je boek

Slide 1 - Slide

Vandaag

- Voorbereiden op leestoets


-
Bespreken oefentoets

LessonUp - herhalen kennis

Werken aan je uitreksel/mindmap: leren voor de toets

BOEKOPDRACHT vrijdag 14 april Pitch 3

Slide 2 - Slide

Huiswerk bespreken
Waarom is gamen goed?

www.gamenisgoed.nl

Is de tekst betrouwbaar?
Wat is het tekstdoel?

Slide 3 - Slide

Toets: 18 vragenover teksten en theorie.

TOOLBOXEN
    Strategieën voor moeilijke woorden herkennen, weergeven en toepassen
    Feiten en meningen herkennen en weergeven
    Onderwerp van een tekst herkennen en benoemen
    Hoofdgedachte van een tekst herkennen en benoemen
    Structuur en tekstopbouw in een tekst herkennen en weergeven
    Verwijswoorden in een tekst herkennen en weergeven
    Signaalwoorden in een tekst herkennen en weergeven
    Informatie uit een tekst halen, herkennen en weergeven
    Betrouwbaarheid van een tekst beoordelen

Ook de toolbox "10 vragen voor leesbegrip" zou ik goed doornemen, want dat soort vragen kun je verwachten op het proefwerk.
.
PLOT
Zie les 6 laatste deel van de les:
- Wat moet je kennen?
- Wat moet je kunnen?
- Toolboxen
- Leeroverzicht (samenvatting van de leerstof per les)

Slide 4 - Slide

Welke verschillende woordraadstrategieën zijn er?

Slide 5 - Open question

Sleep de woorden naar de juiste plek. Welk kenmerk hoort er bij feiten of meningen?
feiten
meningen
je kunt het controleren
is waar of niet waar
je kunt het er eens of oneens mee zijn
onderbouwt met wetenschappelijk onderzoek
is per persoon anders
objectief
onderbouwd met argumenten
wat iemand denkt of vindt
subjectief

Slide 6 - Drag question

Wat past waar? Feit of mening?
Feit
Mening
Feit
Mening
Feit
Mening

Slide 7 - Drag question

of
Feit
Mening

Slide 8 - Drag question

Feit of mening?
Sleep de woorden naar de juiste plaats.
Mening
Feit
Sporten is gezond.
Lionel Messi is de fanatiekste voetballer van de wereld.
Het aantal calorieën in een Snickers is 487,8.
Ik vind drama erg gaaf
Het Ichthus heeft alleen maar topleerlingen.
Van regen word je vaak kletsnat. 

Slide 9 - Drag question

Wat past waar? Feit of mening?
Wie rijk wil zijn, moet niet zijn vermogen vermeerderen maar zijn hebzucht verminderen. Epicurus, Grieks filosoof c.341-270 BC
Feit
Mening
Feit
Mening
Feit
Mening

Slide 10 - Drag question

Woordenschat:
betekenis van:
creaturen
A
overheersend
B
mening
C
schepsels
D
band

Slide 11 - Quiz

Woordenschat:
Wat betekent amicaal?
A
overdreven
B
vriendschappelijk
C
vijandig
D
verliefd

Slide 12 - Quiz

woordenschat:
Wat betekent het woord ‘arbeidsethos’?
A
Bepaalde houding in je leven
B
Bepaalde houding in je werk
C
Bepaalde houding als persoon
D
Bepaalde houding als student

Slide 13 - Quiz

woordenschat
Wat betekent belemmeren?
A
verhinderen
B
zeuren
C
remmen
D
jaloers zijn

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Link

NOS

Negen leden van het Utrechtse Studenten Corps (USC) en de verwante vrouwenvereniging UVSV zijn tijdens een skireis in Frankrijk onwel geworden. Vijf van hen moesten naar het ziekenhuis.
A
Feiten
B
Meningen

Slide 16 - Quiz

Dat zijn er zoveel, dat er wel van drogering sprake moet zijn.
A
feit
B
mening

Slide 17 - Quiz

De inzet van een bizar grote politiemacht was ...
A
feiten
B
meningen

Slide 18 - Quiz

Een dag later waren er opnieuw meldingen van klachten tijdens de après-ski, ondanks genomen veiligheidsmaatregelen. Zo waren er extra beveiligers ingezet op de après-skilocatie. Alle slachtoffers maken het volgens de vereniging naar omstandigheden goed.
A
feiten
B
meningen

Slide 19 - Quiz

Om de ongein van de studenten te schetsen. . .
A
Feiten
B
Meningen

Slide 20 - Quiz

Wat is het onderwerp van deze tekst.

Slide 21 - Open question

Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?

Slide 22 - Open question

Wat is een kernzin?
A
De eerste zin van de inleiding
B
De laatste zin van het slot
C
De belangrijkste zin van een tekst
D
De belangrijkste zin van een alinea

Slide 23 - Quiz


Wat is de kernzin?
A
Jolles beschrijft recent onderzoek naar de hersenontwikkeling van jongeren.
B
Diverse studies tonen aan dat puberhersens nog niet optimaal functioneren.
C
Bij meisjes zijn de hersenfuncties voor het maken van complexe keuzes volgroeid na hun 20ste.
D
Bij jongens ligt dat gemiddelde nog een paar jaar hoger.

Slide 24 - Quiz

Lees de tekst.
Wat is de kernzin van deze
tekst?
A
In Nederland wordt dierenmishandeling sinds een aantal jaar harder aangepakt.
B
De maximumstraf staat hierop drie jaar gevangenisstraf of een boete van 19.500 euro.
C
Ook kan de rechter een verbod op het houden van één of meerdere huisdieren opleggen.

Slide 25 - Quiz

Welk signaalwoord zie je in de tekst?
A
Volgens
B
Mogelijk
C
Doordat
D
Lyme

Slide 26 - Quiz

doordat
A
redengevend
B
oorzakelijk
C
voorwaardelijk
D
toegevend

Slide 27 - Quiz

Zoek signaalwoord en tekstverband:
Ik zat in een stoel terwijl mijn vader in de tuin het gras aan het maaien was.

A
terwijl opsomming
B
er staat geen signaalwoord in de zin
C
terwijl tijdsvolgorde

Slide 28 - Quiz


Zoek signaalwoord en tekstverband:
Eerst was zijn band lek en vervolgens moest hij naar huis lopen.lopen.
A
eerst opsomming
B
eerst/ vervolgens opsomming
C
eerst tijdaangevend
D
eerst/vervolgens tijdaangevend

Slide 29 - Quiz

LEESTOETS: bekijk de tien vragen voor tekstbegrip nog eens, bestudeer de toolboxen. Werk aan je samenvatting of mindmap.

Aan de slag.
Maak opdracht 1, 2 en 3
timer
10:00
BOEKOPDRACHT
Bekijk de opdracht bij boek 3 in Google Classroom.

Bereid je pitch voor.
AAN DE SLAG
Keuze:





OEFENTOETS ZEUREN IN GOOGLE CLASSROOM

Slide 30 - Slide