Les 12: Karamel (suiker)

Voeding hoe maak je het!
1 / 18
next
Slide 1: Slide
GWOMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Voeding hoe maak je het!

Slide 1 - Slide

Programma
wat weet je nog van les 9/10?
Theorie - suiker
Praktijk - karamel
Opdrachten  maken
Opdrachten bespreken

Slide 2 - Slide

Wat weet jij nog van les 10?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

Les 12: Karamel (suiker)

Slide 5 - Slide

Na vandaag:

  • weet je hoe suiker gemaakt wordt 
  • kan je met een stroomschema werken
  • kan je de voordelen en nadelen van suiker benoemen
  • weet je hoe karamel gemaakt wordt



Slide 6 - Slide

Stroomschema
Het produceren van een voedingsmiddel in een fabriek is best ingewikkeld. Om het proces overzichtelijk te houden, wordt vaak een stroomschema gemaakt

Slide 7 - Slide

opdracht stroomschema
  1. We bekijken het filmpje over suiker; 
  2. noteer de stappen
  3. zet de stappen op de juiste plek in het stroomschema

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

1. Suikerbieten worden geteeld op het land
  • suikerbieten groeien vooral op kleigrond
  • De suiker zit in de cel van de biet  opgeslagen
  •  Vanaf september tot eind december worden de bieten gerooid
  • Deze periode heet de bietencampagne

Slide 10 - Slide

2. Aankomst bij de      
    fabriek
  • Bij de fabriek worden de suikerbieten eerst gewogen en het suikergehalte bepaald            
  • Vervolgens gaan de bieten, via een bietenpomp, de fabriek in.                                       
  • In de fabriek worden de bieten eerst goed gewassen.


Slide 11 - Slide

3. Voorbewerking
  • De schone bieten worden via een bietenophaler naar de voorraadbunker gebracht.                                                                          
  • Daarna worden ze in de snijmolens in kleine reepjes gesneden.                                         
  • De reepjes worden vervolgens via een transportband naar de broeitrog gebracht.

Slide 12 - Slide

4. Het winnen van sap
  • In een grote cilindervormige trommel met water worden de reepjes verwarmd tot 75 C   
  • en vervolgens in de diffusietoren gepompt. Hierdoor lost de suiker in de reepjes op en er blijft een dik suikersap (ruwsap) over.           
  • Het droge snijdsel waar het suikersap uitgehaald is noemt men pulp en wordt verwerkt als veevoer.

Slide 13 - Slide

5. Sapzuivering
  • Het ruwsap wordt vervolgens naar de sapzuivering gepompt. Het sap bestaat voor 15% uit suiker, maar heeft nog een heleboel andere bestanddelen. Het moet dus nog gezuiverd worden. Dit gebeurt met kalkmelk. 
  • Je krijgt uiteindelijk een mooie heldere vloeistof die nu dunsap heet. 
  • Een bijproduct dat ontstaat is schuimaarde. Dit wordt als meststof gebruikt.

Slide 14 - Slide

6. Verdamping
  • Het dunsap wordt door verdampers gevoerd en met behulp van stoom verwarmd. Hierdoor verdampt het water uit het sap. Het wordt ingedikt tot een sap met een suikergehalte van 65%. Wat er overblijft noemt men diksap

Slide 15 - Slide

7. Kristallisatie
  • Via een filter gaat dit diksap naar de kookpannen. verdampt is. Vervolgens wordt er poedersuiker in de pan gedaan. Op dat moment hecht de suiker zich aan de poedersuiker en ontstaat een stroperige massa. 

Slide 16 - Slide

8. Centrifugeren en koelen
  • De vloeistof en de kristallen worden nu van elkaar gescheiden door een grote centrifuge. Je houdt dan stroop (melasse) en witte suiker over. 
  • De suikerkristallen in het witte suiker worden nog een keer schoongespoeld met water. Hierna wordt de suiker gedroogd en gekoeld en gaat naar de opslag. Er blijft nog een zoete stroop over. Dit heet Melasse.

Slide 17 - Slide

Suiker in een product zorgt voor:
A
Smaak
B
Kleur
C
Vorm
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 18 - Quiz