2M. par 1.4 Weet wat je koopt!

Welkom  
economen!
1 / 24
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom  
economen!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk 1:
Economie is meer dan geld

1.1 Wat is economie?
1.2 Economie en geld
1.3 weet wat je nodig hebt!
1.4 Weet wat je koopt!

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Vandaag
1. Bespreken SV 1.3
2. Maken SV 1.4
3. Uitleg rekenvaardigheden 
4. maken opdrachten
5. les afsluiting 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel
Ik kan :
  • uitleggen hoe ik aan productinformatie kom
  • uitleggen hoe consumentenorganisaties consumenten kunnen helpen
  • uitleggen hoe de overheid jou als consument helpt
  • uitleggen wat je aan garantie hebt
  • met een formule het gemiddelde berekenen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Slide 6 - Video

Hoe test de consumentenbond?
Aan de slag
  • Wat:      Maak de samenvattende vragen van par. 1.4                                       (vraag 21 t/m 34) in je schrift
  • Hoe:      Alleen en in stilte. Zoek het op in je boek
  • Nodig:  Stencil, schrift, boek, pen, rekenmachine
  • Klaar?   Laat het aan mij weten en ga verder in je boek                                (instructie op volgende slide)
  • Tijd:       10 min.
timer
10:00

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Deugdelijk product
De koper heeft recht op een deugdelijk product. Dit is een product dat bij normaal gebruik naar behoren functioneert.


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Verschil tussen 
garantie & deugdelijk product
Deugdelijk product
Garantie

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Warenwet
In de Warenwet staat dat een product niet schadelijk mag zijn voor je gezondheid. 

De NVWA controleert of iedereen zich aan de warenwet houdt.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Gemiddelde berekenen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

1. Maak vanaf blz. 28 opdr.2-4-5-8-10-12
Voorbereiding op de toets


2. Vul op blz. 36 de samenvattingsopdracht in van 1.1 t/m 1.4
Werkkwartier
Iedereen: Maken samenvattende vragen par 1.4 --> opdracht 21 t/m 34
timer
15:00

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Aan het werk!!
6.1 opgaven 2, 4, 6
herhaling blz 178 opg. 1 t/m 4

Leren begrippen 6.1
Aan het werk!!
  1. blz. 31 opdr. 22 t/m 26
  2. blz. 35 opdr. 13-15-16-21
  3. blz. 29 oefentoets
1. (af) maken samenvattende vragen (SV) par. 1.4 opdr. 30 t/m 42


2. Wat vond jij van de lesstof?
                                             lastig    of      makkelijk
  1. blz. 33 opdr. 16 t/m 21 
  2. blz. 35 opdr. 15-16-18-22 
  3. blz. 29 oefentoets

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

BEDRAGEN OMREKENEN
van week naar maand en omgekeerd
  • hoeveel weken heeft een jaar? 
  • hoeveel maanden heeft een jaar?
  • hoeveel weken heeft een maand?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

BEDRAGEN OMREKENEN

hoeveel weken heeft een jaar? 
hoeveel maanden heeft een jaar?
hoeveel weken heeft een maand?
52 weken

12 maanden

Kan niet!

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Omrekenen week en maand

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Omrekenen week en maand

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Omrekenen week en maand

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Soorten uitgaven
Soorten Uitgaven:
Dagelijkse uitgaven
Vaste lasten
Incidentele uitgaven
- Boodschappen
- Huur
- Kleding

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Een begroting 
Een begroting is een overzicht van je verwachte inkomsten en verwachte uitgaven voor de komende periode. 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Reserveren
Reservering per maand                        = 
Bedrag dat je nodig hebt : aantal maanden = 

Voorbeeld:

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Reserveren
Reservering per maand =
Bedrag dat je nodig hebt : aantal maanden = 

Voorbeeld:
Sophie wil over twee jaar een scooter van € 1.800 kopen.
Hoeveel moet ze per maand reserveren?

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Reserveren
Reservering per maand =
Bedrag dat je nodig hebt : aantal maanden = 

Voorbeeld:
Sophie wil over twee jaar een scooter van € 1.800 kopen.
Hoeveel moet ze per maand reserveren?
€ 1.800 : 24 = € 75 per maand reserveren.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions